De bijeenkomst van maart is weggevallen omwille van de staking die dag van het openbare vervoer waardoor een aantal deelnemers niet ter plaatse konden geraken. Deze avond bestond de groep uit drie deelnemers die hun bijdrage leverden aan het gesprek. We lazen deze avond zelfs het volledig boekje van de profeet Habakuk dat niet zo uitgebreid is en uit drie delen bestaat; Het eerste deel bestaat uit een klacht van Habakuk met de reactie van God hierop, in het tweede deel wordt een vijfvoudig onheil aangekondigd door God tegenover de onrechtvaardige en het laatste deel is een loflied voor God. Van het laatste deel wordt verondersteld dat het later toegevoegd werd.
Habakuk wordt officieel een profeet genoemd wat verwijst naar een officiële aanstelling als profeet in Jeruzalem. Hij wordt ook vernoemd in het Boek Daniël waar verwezen wordt naar zijn afstamming van de priesterstam van Levi. Hij kan gesitueerd worden in de 7de eeuw voor Christus ten tijde van de Babylonische overheersing.
Opmerkelijk aan dit boekje is dat Habakuk een buitenbeentje lijkt te zijn onder de profeten. Waar die meestal een dreigende en vermanende toon aanslaan ten opzicht van wantoestanden en onrechtvaardigheden bij het volk Israël gaat Habakuk hier rechtsreeks in dialoog met God.
In een eerste klacht vraagt de profeet hoe lang God nog wacht om in te grijpen tegen de onrechtvaardigen en God antwoordt hierop dat hij de Chaldeeën zal sturen, een volk van wrede krijgers , nog erger dan de Babyloniërs. Hierop reageert Habakuk met ongeloof en treedt op als wachter op de toren, uitkijkend naar het antwoord van God; god bevestigt hierop zijn trouw aan het verbond tussen God en zijn volk en verwijst naar de stenen tafelen.
In het tweede deel worden alle misdaden van de Babyloniërs vernoemd. Ze worden beschreven als plunderaars en dieven, als woekeraars met onrechtmatige winsten, als machthebbers die dwangarbeid opleggen aan het overwonnen volk, als gifmengers en afgodendienaars; omwille van al deze misdaden zullen ze op aangepaste wijze gestraft worden voor God die in zijn antwoord verwijst naar de vernietiging van de toren van Babel;
De sfeer van het derde deel is totaal verschillend van de vorige; Dit wordt een lofzang tot God die het goed voorheeft met zijn schepping en het leve, maar die het kwaad in al zijn vormen afwijst en bestraft en hiermee de trouw aan zijn volk bevestigt. Het geheel vormt een hoopvolle boodschap.
Myriam Grootaert