De magie van kaarslicht
Op dinsdagnamiddag, 10 juni laatstleden, kwamen de leden van de 2de gezinsgroep samen in Gooik. We zouden het hebben over het gebruik om kaarsen aan te steken, over wanneer en waarom we kaarsen branden. En zo’n bijeenkomst kon niet anders beginnen dan met het aansteken van een kaarsje door elk lid van de gezinsgroep.
Wanneer steken we een kaarsje aan? Blijkt dat er heel wat momenten zijn om kaarsen aan te steken: als we bidden, als we iemand gedenken, als we samenzitten voor een feestmaal, als we een verjaardag vieren, als kinderen examens moeten afleggen of gewoon om een theepot warm te houden of om een weg te markeren. Iemand uit de groep vertelt dat hij de gewoonte heeft om elke dag een kaars aan te steken bij de maaltijd: het geeft de maaltijd iets extra!
Merkwaardig is het gebruik van mensen – gelovig of niet – die een kerk binnenlopen om voor een heiligenbeeld een kaarsje te branden.
Soms is het ook een blijk van samenhorigheid. Denk aan de kaarsjesprocessie in Lourdes, of bij het jaarlijks weerkerend evenement van de lichtpuntjes om kankerpatiënten een hart onder de riem te steken. In de kerk branden we kaarsjes bij intenties of bij bijzondere gebeurtenissen, zoals in onze adventsvieringen, of in de paasnacht als we paaskaars aansteken en elke gelovige een kaarsje in de hand houdt bij het hernieuwen van zijn doopgeloften. In deze gevallen verwijst deze kaars naar het licht van Christus en de band tussen de gelovigen. We ontsteken ook kaarsen bij een doopsel, een vormsel, een huwelijk of een uitvaart. Het gaat dan om kaarsen die nadien zorgvuldig bewaard worden en slechts sporadisch aangestoken worden: het zijn kostbare herinneringen.
Uit een artikel van Kerk & Leven van 29 november 2017 leren we dat de omzet van kaarsenfabrikanten voor de kerkfabrieken jaarlijks afneemt. De omzet die via winkels en grootwarenhuizen geboekt wordt neemt dan weer stelselmatig toe: er worden hoe langer hoe meer kaarsen aangestoken of gekocht om als geschenk weg te geven.
Waarom ontsteken we kaarsen? Vaak omwille van de gezelligheid, of om uiting te geven aan de verbondenheid met iemand. Voor iemand uit de groep hoort een brandende kaars bij het mediteren: brandende kaarsjes trekken je aandacht waardoor de omgeving vervaagt. En dan is er natuurlijk ook de religieuze betekenis: het branden van een kaars in een kerk is bovenal een symbolische handeling van Gods aanwezigheid. De kaars is door haar vlam een bron van licht in de duisternis en symboliseert goddelijk licht en Gods aanwezigheid onder gelovigen. Op een internetsite lezen we iets wat niemand van de leden van de gezinsgroep herkent, namelijk dat er kaarsen aangestoken worden tijdens het sacrament van de biecht als symbool van de zuivering en het licht die voortkomen uit Gods vergeving.
Paul De Sadeleer