Op de werfvergadering van maandag 17 februari hebben alle partijen zich gebogen over de meerprijs die hoofdaannemer Troubleyn aanrekent voor de grondwerken die uitgevoerd zijn door zijn onderaannemer De Meuter. Nadat de pastorie afgebroken was, heeft die de grond afgegraven in lagen in overeenstemming met de geldende reglementering: de teelaarde, de middenlaag van ongeveer 1 meter dik, en de onderlaag.
De toplaag, ongeveer 30 cm dik, had volgens ieders verwachting goede teelaarde moeten zijn. Zoals dat tegenwoordig hoort, werden analyses uitgevoerd vooraleer de grond ergens op te slaan voor later gebruik. Maar wat bleek: na 2 à 3 weken bleken er kiemende wortels van de Japanse duizendknoop in de grond te zitten. En dan is de overheid onverbiddelijk. Deze teelaarde was onbruikwaar en moest gestort worden in Braine l’Alleud op een speciaal daartoe ingerichte site, 30 meter onder de grond zodat alle wortels zouden verrotten. Wat een tegenslag als je weet dat het afvoeren van deze toplaag liefst € 80.000 duurder was dan de prijs voor goede teelaarde.
De onderlaag bevatte nogal wat steengruis, het gevolg van de afbraak van ‘De Blauwe Donau’, de feestzaal die door de parochie na de expo was aangekocht en op het terrein van de beide scholen terug was opgebouwd. De zaal werd, niet zonder discussie met de raad van bestuur van Ecole St-Martin en het bisdom, begin 1980 afgebroken om plaats te maken voor de bouw van een turnzaal voor de Franstalige school, waardoor de parochie achterbleef zonder feestzaal. Blijkt nu dat die grond op die plaats vervuild was door een lekkende stookolietank en door asbest dat wellicht tijdens de afbraak ter plaatse is ondergegraven. Opnieuw meerkosten dus, deze keer ten belope van € 15.000.
Je begrijpt dat dit voor de afgevaardigde van het bisdom een moeilijk te slikken pil is. Ook voor de Franstalige school trouwens, die wellicht, na de werken en middels een duurdere erfpacht, dit terrein in gebruik zal nemen.
Vóór midden maart zal goede teelaarde worden aangevoerd. En van zodra een periode zonder nachtvorst wordt voorspeld, begint de afwerking van de buitenwanden van de vergaderlokalen. Ook de luifel boven de voordeur van de kerk krijgt een nieuwe cementering en bepleistering.
Ik moet denken aan een kinderrijmpje tijdens een wandeling: ‘We zijn er bijna, maar nog niet helemaal…’
Wordt vervolgd…
Paul De Sadeleer