Ingaand op een voorstel van voormalig voorzitter van de parochieraad Karel Moons, heeft een werkgroep ‘Geloofsavonden’ sedert midden van de jaren ’80 tijdens de vastentijd elk jaar drie avonden georganiseerd om van gedachten te wisselen over bepaalde geloofsaspecten. Telkens werd hiervoor een spreker uitgenodigd die het onderwerp zou inleiden, waarna iedereen hierop kon reageren met vragen en opmerkingen.
In het archief van de Nederlandstalige pastoraal van de Verrijzenisparochie zitten twee kistjes met ongeveer zeventig geluidsopnames van die geloofsgesprekken, samen met een map met de folders en de verslagen van de werkgroep. Op momenten met weinig parochienieuws lijkt het ons interessant die cassettes eens te beluisteren en hierover verslag uit te brengen met de vraag te reflecteren over de actualiteitswaarde van die uiteenzettingen: misschien interpreteren wij vandaag sommige standpunten anders dan destijds…
MORAAL EN ECONOMIE, EEN ONMOGELIJKE DIALOOG?
Ignaas Lindemans, economist
20.03.1987
In maart 1987 gaf Ignaas Lindemans een uiteenzetting met als thema: ‘Moraal en economie, een onmogelijke dialoog?’ Ignaas Lindemans was destijds hoofd van de studiedienst van het ACV, nu Beweging.net. In die hoedanigheid publiceerde hij o.a. in ‘De Gids op maatschappelijk gebied’ een artikel ‘Evolutie in de opvattingen van het ACV omtrent kapitaal en de onderneming’ en hij verleende zijn medewerking aan de publicaties ‘ACV verantwoordelijk voor de toekomst’, ‘Een economie in dienst van mens en samenleving’, ‘De arbeid van morgen: krachtlijnen voor de christelijke arbeidersbeweging’ en ‘De welvaartseconomie voor de keuze tussen bewapeningseconomie en vredeseconomie’. Zijn archief bevat meerdere teksten en voorbereidingen van spreekbeurten over vrede, een rechtvaardige wereldhandel, enz.
Ignaas Lindemans overleed in 2004.
De spreker opent zijn uiteenzetting met de veelzeggende opmerking dat er enige naïviteit nodig is om te geloven in die moeilijke maar niet onmogelijke dialoog.
Ignaas Lindemans stelt vast dat de economische prestaties van West-Europa na 1986 ondermaats zijn, en dit in tegenstelling tot de periode na de tweede wereldoorlog (1950-1965). Toen bestond er een publieke consensus èn praktijk waarbij alle werkgevers, vakbonden, media, politieke partijen en regeringen gemeenschappelijke doeleinden nastreefden: efficiëntie, groei en winst, samen en tegelijkertijd met het nastreven van het algemeen belang en de kwaliteit van het leven, o.a. door het opbouwen van sociale zekerheid en volledige tewerkstelling.
Een ethische economie
De spreker stelt een economie ethisch genoemd kan worden als zij zich tot doel stelt in dienst te staan van het materiële en geestelijk welzijn van alle mensen. Daarbij is arbeid niet te herleiden tot een louter economisch middel en is alle respect vereist voor de natuur, de cultuur en de democratie. We moeten vaststellen dat veel economische initiatieven helaas enkel gericht zijn op het winstbejag.
Toch heeft de markteconomie 2 belangrijke voordelen. Niet het gemeenschapsbelang op zich maar het individueel streven naar behoeftebevrediging is de motor tot samenwerking en maatschappij-opbouw. En de markeconomie maakt vrije gedecentraliseerde economische beslissingen mogelijk die zekerheid geven aan de consument. Een producent maakt kwalitatieve goederen voor zijn klanten, niet omdat de overheid hem dat oplegt, maar omdat dit voor hemzelf voordelig is. Het is dus moreel niet slecht als mensen geld verdienen en winst maken voor zichzelf als zij dat doen binnen de hierboven geschetste morele norm.
In een democratie is de overheid verantwoordelijk voor het goed functioneren van de economie, maar Ignaas Lindemans stelt dat de Westerse overheden te weinig macht hebben om hun rol goed te vervullen. Zij moet gemeenschappelijke doelstellingen vastleggen, ruimte geven aan stimulatoren, structureren, plannen, reglementeren en controleren, sanctioneren.
En er bestaat bovendien geen publieke consensus meer over de gemeenschappelijk na te streven doelstellingen.
Wat zegt de katholieke moraal hierover?
De kerkelijke leer heeft uitstekende stellingen en teksten, o.a. Popularum Progressio, Pacem in Terris, … maar we kennen die teksten amper. Het komt eigenlijk hierop neer: wat ethisch goed is, is uiteindelijk ook economisch goed. Eigen voordeel en maatschappelijk belang kunnen samengaan op voorwaarde dat het individu, de afzonderlijke onderneming, behoed wordt voor de ‘dwang van de vrije concurrentie’ die geen ruimte laat voor het algemeen belang. Alleen een sterke overheid die de nationale grenzen overschrijdt, kan dit bewerkstelligen.
De economie en het winststreven kunnen volop aan hun trekken komen indien voldaan is aan vier ethische doelstellingen:
- Het realiseren van de kwaliteit van het leven door vrede, veiligheid, stabiliteit en een gezond milieu;
- Het garanderen van een permanente vorming en ontwikkeling voor iedereen.
- Het interpenetreren van de economieën tussen Oost en West: niet de bewapening als motor voor de economie, maar het wederzijds openen van geweldig grote afzetmarkten.
- De ontwikkeling van de derde wereld: zoals het Marschallplan ook ten goede kwam aan Amerika, zo zouden de rijke landen er wel bij varen als de koopkracht in de derde wereld zou toenemen.
Tijdens de nabespreking ging de spreker in op de houding men als individu kan aannemen. Noch fatalisme, noch een onredelijke zelfbeschuldiging zijn op zijn plaats. Er bestaat geen morele plicht tot heldhaftigheid, maar elk individu, elke groepering, elke onderneming, elke partij, … heeft wel een verantwoordelijkheid die verder gaat dan zijn eigen rechtmatige belangen en doelstellingen.
Over het gebrek aan kennis van de kerkelijke moraal zegt Ignaas Lindemans dat de gebruikte taal naar elke cultuur ‘vertaald’ zou moeten worden. Priesters zowel als gelovigen lezen en onderrichten de kerkelijke sociale leer te weinig. Bovendien heeft de Kerk veel moreel gezag verloren als gevolg van haar weinig levensechte stellingen over de individuele moraal (o.a. door Humanae vitae).
Paul De Sadeleer
Op basis van het oorspronkelijke verslag van deze geloofsavond door één van de leden van de werkgroep Geloofsavonden.
Bedenkingen anno 2025
Bijna 40 jaar later komen bij mij een aantal vragen op bij het resumeren van het verslag van deze geloofsavond.
- Het individualisme viert vandaag hoogtij. De door een meerderheid van mensen gedragen katholieke onderstroom die iedereen wees op zijn verantwoordelijkheid voor de gemeenschap, is verdwenen, tot spijt van de Cardijn-beweging. Wat blijft er over van de toen gedragen gemeenschappelijke doelen: het algemeen belang, het nastreven van vrede en veiligheid.
- Economische belangen bepalen politieke keuzes. Dat is altijd zo geweest, maar het is vandaag wel extreem: we interveniëren niet in Israël, niet in Jemen, niet in Congo, …
- We stellen vast dat de natuur zich begint te wreken op ons gebrek aan verantwoordelijkheid terzake. Laudato Si van paus Franciscus valt in dovemansoren en het jongerenprotest vloeit weg met het smeltwater van de gletsjers. Onze investeringen verschuiven naar de wapenwedloop. De oorlogseconomie draait op volle toeren: waarheen gaat dit ons leiden?
- Er zijn honderden kansen tot vorming en ontwikkeling, maar wie bereiken we?
- We realiseerden een ‘global economy’ maar ten koste van onderbetaalde jobs in het oosten en het zuiden. De wedloop naar grondstoffen voor onze batterij- en smartphone industrie woedt volop. Wat is de geloofwaardigheid van het Westen nog in wat toen ‘de derde wereld’ werd genoemd?
Paul De Sadeleer