Week na week brachten we meer licht.
De betrachting groeide en groeide om de plaats waar de Heer mag wonen, helemaal klaar te maken.
God wil onder mensen wonen, aan ons om hem een warme thuis te geven.
David en Maria
In de lezingen van deze vierde adventszondag ontmoeten we twee belangrijke mensen: David en Maria.
Koning David heeft zich gesetteld in zijn paleis, is gezeten op zijn troon.
En God? Die woont nog altijd in zijn tent waarmee Hij meetrok met de mensen van het Oude Verbond, doorheen goede, maar ook door bange tijden.
Zou een tempel niet beter passen bij God?
God laat zich niet binden in prachtige tempels, God wil thuis zijn in het hart van ieder mens en zo dag na dag met hen meetrekken doorheen hun leven van elke dag.
Ook in het evangelie komt tot uiting dat God onder de mensen wil verblijven.
Voor de menswording van zijn zoon kiest Hij een eenvoudig meisje: Maria.
En na enige aarzeling antwoordt Maria op de boodschap die de engel haar bracht: "Zie de dienstmaagd van de Heer."
Hoe zouden wij vandaag de dag reageren als de engel ons uitnodigt om God toe te laten in ons leven? Laat ons antwoord een volmondig "ja" zijn, een "ja" om helemaal de weg te volgen die zijn Zoon als zal voorgaan.
Samen, met alle mensen van goede wil, blijven we niet alleen uitzien naar het licht op Kerstmis, maar blijven we altijd uitzien naar het licht waarin Jezus ons zal voorgaan.
Jezus, u bent het licht in ons leven.
Laat nimmer toe dat het duister tot mij spreekt.
Jezus, u bent het licht uit ons leven.
Open mij voor uw liefde, o Heer!
(uit de liturgiemap van de advent; naar een lied van Taizé)