Vormelingen recht uit het hart
De vormelingen vertellen over hun keuze voor het vormsel en hoe er thuis naar het vormsel werd toegeleefd, nu mama of papa mee catechese geeft.
Sky: ‘Ik vond het heel leuk dat mama dit doet. Zij gaat dan met mij mee en ik vind dat fijn dat zij alles ook mee uitlegt. Ik had al van Storm gehoord en gezien wat er allemaal bij komt kijken. Ik zag dit al zeker zitten. Ook vooral de engagementen die we mochten kiezen waren keitof! Ik wist al goed wat ik zeker wou doen! Spijtig dat het zingen in het ziekenhuis niet doorging dit jaar, want dit had ik graag gedaan.
Je inzetten zoals Jezus, niet altijd gemakkelijk
Doordat Storm zijn vormsel al had gedaan wist ik al heel wat en had ik dat ook al wel gevolgd. Ik weet dat het vormsel ook is dat je je moet inzetten ‘zoals Jezus’. En dat is ook niet altijd gemakkelijk. Maar ons mama zegt dan dat moeilijk ook kan! En als je dan iets goed doet, heb je daar daarna een heel goed gevoel bij’.
Ik mocht eindelijk mijn vormsel doen!
Vic vertelt dat hij blij is dat zijn papa catechesepeter is en hij vindt dat hij dat heel goed heeft gedaan. Zelf had Vic ook veel zin om aan het vormseljaar te beginnen. ‘Ik mocht eindelijk mijn vormsel doen’, zegt hij. Bij hem thuis wordt er best veel over de catechese en het geloof gepraat. En de gebedjes in de vastenkalender leest Vic voor.
Een andere vrijetijdsbesteding
Jolein vond het wel gezellig dat mama mee catechesemeter was. Op de vraag of ze gemotiveerd was om haar vormsel te doen, antwoordt ze: ‘Eerst vond ik het wat raar dat mijn vrijetijdsbesteding er plots dit jaar wat anders zou gaan uitzien, maar eens we kennis gemaakt hadden met de verschillende engagementen waarvoor we ons konden inzetten, was ik wel heel benieuwd om eraan te beginnen. Ik heb door deel te nemen aan de verschillende catechese-activiteiten en engagementen ook wel wat over mezelf bijgeleerd, en ook over anderen eigenlijk. Thuis werd er wel over de catechese verteld, minder over het geloof (een fronsende mama). Ja, wat is het geloof? Je bedoelt toch ‘de kerk’ en ‘Jezus’ en zo?’
Wat na het vormsel?
Zowel aan de ouders als de vormelingen vroegen we: jullie zijn allebei de weg van Jezus gegaan. Wil je na het vormsel nog verder op weg gaan? Waarom wel of waarom niet? Hoe wil je dat doen?
Roos: ‘De rode draad is toch dat je moet proberen om ’het goede’ te doen. (Mijn) kinderen mogen gerust weten dat het niet steeds de gemakkelijkste weg is. En ze mogen dit gerust toegeven, ik durf dat ook toegeven. Maar het is de kunst om telkens toch op ‘het juiste pad’ te geraken als je al eens een zijweggetje hebt gemaakt’.
Sky: ‘Ik wil ook altijd blijven proberen om goed te doen. Dat kan al door kleine dingen te doen, denk ik, zoals mijn broertje helpen met zijn huiswerk of als mijn vrienden ruzie hebben om te proberen dat mee op te lossen’.
Bart en Vic: ‘We blijven naar de kerk gaan. En ik ben geïnteresseerd in een plusserswerking of zoiets’.
Van Joleins verhaal kozen we dit stukje: ‘Ja ik ga verder op weg, maar dan wel op mijn manier. Ik geloof niet in de magische tralala van Jezus. Ik wil meer met andere mensen bezig zijn, eerder dan enkel met mezelf. Zo kan je werken aan een fijnere samenleving, daar word je zelf ook gelukkig van, en dat kan een voorbeeld zijn voor anderen. Mensen bezoeken bv. die eenzaam of verdrietig zijn en die gezelschap fijn zouden vinden. Of zorg dragen voor het milieu en de natuur. Maar dat hoort niet echt bij de kerk zeker?’