Interview
Tijdens de middagpauze zijn Lenz, Victor, Louise, Sara en Lena bereid om wat te vertellen over de weg naar hun vormsel. Knap: geen speeltijd, wel een interview. Op de vraag of ze zelf gekozen hadden voor hun vormsel werd door alle vijf ‘ja’ geknikt. Lena wil later leerkracht worden en ze weet dat ze dan ook godsdienst kan geven. Ze denkt ook meteen aan het kruisje dat ze kreeg bij de viering van de kruisoplegging. ‘En een kruisje’, zegt ook Louise ‘krijgen we thuis op ons voorhoofd.’ Allebei vertellen ze dat het hen een veilig gevoel geeft. Lenz vertelt hoe hij God ziet: ‘Niet ergens boven, maar ik geloof dat ik de Geest van God krijg diep in mij. Daardoor krijg ik kracht.’
Samen
Over hun vormselvoorbereiding kunnen ze veel vertellen. Wat ze allemaal best onthouden hebben waren de verhalen die ze gespeeld hebben omdat hiervoor moest samengewerkt worden. Dat ‘samen’ is voor hen heel belangrijk. De vijf vormelingen houden niet van kliekjes of pesten. Ook het samenwerken aan een natuurcollage en een verhaal samenvatten in één woord waren goede herinneringen.
Ik vraag me af … ?
Elk van hen mag een vraag bedenken die ze aan hun catechist willen stellen. Lena vraagt zich af hoe God straft als iemand pest? Louise stelt een theologisch moeilijke vraag waarover in de eeuwen van het christendom lang is nagedacht: Hoe kunnen we verstaan dat Jezus kind van God is? Sara wil haar catechist vragen of ze zelf gelooft, maar eigenlijk voelt ze wel dat dit zo is. Victor is bezig met de vraag of Jezus echt wonderen zou doen?
Christen zijn
We eindigen met de vraag wat voor hen een mooie eigenschap is van een christen? ‘Geloof in jezelf en in anderen, geef anderen moed en wees trouw’, zo klinkt het. En dan is het tijd voor een knutselmoment, want de kerk mag er feestelijk uitzien bij hun vormsel.