Al van zolang ik met de auto rijd, heb ik aan mijn autosleutels een sleutelhanger met een afbeelding van Sint-Christoffel, de heilige die geldt als beschermer voor allen die onderweg zijn. De meesten zullen wel het verhaal kennen dat achter deze legendarische heilige schuilgaat. Hij zou een reus van een mens geweest zijn die op zijn kolossale schouders mensen de rivier overzette, een soort veerpont in levende lijve. Op een avond stond er een kind aan de oever dat overgezet wilde worden. Voor onze reus kinderspel. Maar al wadend door het water voelde hij dat kind almaar zwaarder worden zodat hij amper aan de andere oever geraakte. Aan de overzijde van de rivier openbaarde het kind zich als Christus zelf en het verhaal vertelt dat die grote reus ter plaatse door Christus werd gedoopt. En vanaf dan noemde die reus Christophorus, wat Christusdrager betekent.
Of die heilige ooit echt bestaan heeft of dat het een louter legendarische heilige is, blijft tot op vandaag onduidelijk. Feit is alleszins dat er enkele kerken zijn die zijn naam dragen en dat de kathedraal van Roermond de Sint-Christoffelkathedraal is. Voor mij staat Christoffel symbool voor iedereen die door zijn doopsel en vormsel 'Christusdrager' is geworden, een gezalfde van God! Want zowel bij ons doopsel als ons vormsel werden wij gezalfd met chrisma. Allemaal zijn we door die zalving door God geheiligd. Die heiligheid heeft niets met braafheid te maken, maar wel met 'aan God toebehoren', door Hem beschermd en gedragen.
Daaraan moest ik denken bij het lezen van de eerste lezing. We hoorden hoe koning Saul zijn dienaar en legeraanvoerder David naar het leven staat: Saul is jaloers op David en ziet hem als een gevaar voor zijn koninklijke machtspositie. Als ze dan met hun strijdmakkers tegenover elkaar komen te staan, komt David in een situatie dat hij koning Saul - die nu zijn vijand is en die ligt te slapen - zou kunnen doden. Maar David - die beslist geen heilige is - doet dat toch niet: Saul is immers ooit door de profeet Samuël tot koning gezalfd: ooit is die beschermende olie over zijn hoofd uitgestort om zichtbaar te maken dat God hem als koning van Israël in bescherming heeft genomen. Ondanks alle vijandschap beseft David dat Saul een door God geheiligd mens is. En hij zegt dat ook heel duidelijk: 'Koning Saul, de Heer had u vandaag aan mij overgeleverd, maar ik heb de hand niet willen slaan aan zijn gezalfde!'
Tegen die achtergrond mogen wij vandaag ook naar het evangelie luisteren, wanneer Jezus zegt: 'Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen…' en samengevat: 'Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook hen behandelen.' Nergens staat dat we geen vijanden mogen hebben of dat we geen hekel mogen hebben aan sommige mensen, maar er staat wel dat dit nooit een reden mag zijn om de ander te vernederen of te verpletteren. Brute haat mag niet bestaan in het leven van een Christusdrager. Als mens zijn we immers groter en sterker wanneer we geen kwaad met kwaad vergelden, maar in ons gedrag en in ons spreken laten zien dat uiteindelijk de liefde – dat is dat schijnsel van God in ons hart – ons tot echte mensen maakt.
Jezus maakt het ons met zijn uitspraken in zijn veldrede, waaruit we nu een paar zondagen na elkaar aan het lezen zijn, niet altijd even gemakkelijk. Hij vraagt van ons dat we ons niet laten leiden door onze driften, maar door de liefde. Hoe praten wij met elkaar bijvoorbeeld over familieleden of buren met wie wij ruzie hebben, hoe spreken wij met anderen over politici waar wij het totaal mee oneens zijn, hoe spreken wij over het straffen van misdadigers of over de opvang van vluchtelingen, hoe gaan we om met mensen van een andere cultuur?
De sterkste uitspraak in het evangelie van vandaag vind ik: ‘Weest barmhartig zoals uw Vader in de hemel barmhartig is!’
Zowel David in de eerste lezing als Jezus zelf zetten ons vandaag serieus aan het denken. Dat is ook de bedoeling van onze wekelijkse samenkomst als kerkgemeenschap: ons bezinnen in hoeverre wij in ons dagelijks leven nog een beetje op Christus lijken.
De apostel Paulus had het in de tweede lezing over aardse en hemelse mensen. Toch mooi als wij als ‘Christusdragers’ iets van zo’n hemelse mens kunnen uitstralen? En als die afbeelding van Sint-Christoffel aan mijn autosleutels ons daaraan af en toe herinnert, is dat mooi meegenomen, vind ik.
(Inspiratie: o.a. Het Woord delen. Preeksuggesties, aansluitend bij de Zondag vieren, Lezingencyclus jaar C 2021/2022, Berne Media).
Jan Verheyen, pastoor-deken van onze Pastorale Eenheid Mozes