De zwikken in de Gravenkapel - Erfgoed uit 1370 | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Eenheid O.L.Vrouw van Groeninge - Kortrijk

Pastorale Eenheid O.L.Vrouw van Groeninge - Kortrijk

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wie zijn we? Waar staan we voor?
      Handvest van onze PEEngagement anno 2024
      Vrijwilliger? Weekschema vieringen Meest gestelde vragen Gelovig handelen Spiritualiteit, je geloof verdiepen Jongeren Cultuur in de kerk Erfgoed Digitale communicatie Inschrijvingen initiatiesacramenten
      Eerste communieVormsel

De zwikken in de Gravenkapel - Erfgoed uit 1370

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op zaterdag 19 juni 2021 - 16:55
Afdrukken

“Een zwik?” Dat is gewoon een oud woord voor “hoek”, zoals in “een verzwikte voet”, als die haaks op je been komt te staan. In (gotische) architectuur slaat de term op een klein stenen beeldhouwwerk, in de linker- of rechterbovenhoek van een nis bekroond met een spitsboog. In die nis staat telkens een Vlaamse graaf of gravin afgebeeld. Zo klein zijn die zwikken nu ook weer niet: de verticale, opgaande lijst waartegen ze aanleunen, meet 30 à 35 cm, de horizontale lijst die ze bovenaan bekroont, idem, en de spitsboog eronder, 50 à 60 cm. De Gravenkapel telt er 102, verdeeld twee per twee over de 51 nissen. Vervelend is wel dat ze vier meter hoog zitten! En dan nog grotendeels op de ooster- en zuidermuur: meestal in storend tegenlicht. Oorspronkelijk waren ze polychroom, wat de ‘lectuur’ van de beeldjes wat makkelijker zal gemaakt hebben. Sedert eind 18de eeuw zijn ze echter egaal verguld, wat ook niet helpt. Gelukkig kun je er nu een aantal in detail bekijken op het aanraakscherm.

iets moois aanbieden aan de ongeletterde gelovige

Bovendien staan er in de kapel vier 3D-kopieën, op ware grootte, met dank aan de KGOKK! Handig om hier de details te bewonderen van het kapwerk, bv. op het beeldje (zwik 58) dat Maria met het pasgeboren kindje Jezus voorstelt.

zwik 58.JPG

Zwik 58 uit de Gravenkapel

Maria rust op een bed met een sierlijk gedrapeerd laken. Ze biedt de kleine Jezus de borst aan, maar Hij zit al helemaal in zijn rol: met de rechterhand zegent Hij de wereldbol die Hij in de linker draagt. Een engel speelt op een vedel en de os en de ezel met de lange oren kijken rustig toe.

De Gravenkapel werd in 1370-1372 aangebouwd aan de O.L.Vrouwekerk, op bevel van Lodewijk van Male (1330-1384). Hij wou er zijn praalgraf in onderbrengen. En alles moest van topkwaliteit zijn! Als rijkste vazal van de Franse koning, Karel VI, wou hij immers niet onderdoen voor zijn suzerein. Diens verre voorganger, de Heilige Lodewijk, had rond 1250 in Parijs de Sainte-Chapelle gebouwd, een meesterwerk van de gotiek, om er het schrijn met de doornenkroon onder te brengen. Nu had onze graaf Lodewijk van kruisvaarder graaf Filips van den Elzas (1142-1191) de relikwie van het H. Haar geërfd en deze verdiende een even mooie kerk, vond hij. De architectuur van de Gravenkapel heeft dan ook heel wat gemeen met die van de Sainte-Chapelle: aan de buitenzijde, het spitse dak en het torentje met een klokje; binnen: de pijlers die zonder kapiteel doorlopen tot aan de sluitstenen en zo, samen met de hoge glas-in-loodramen, de opwaartse vlucht van de kapel onderstrepen. Tenslotte hebben we ook hier een tribune – op de westelijke muur – van waaruit de graaf en de gravin de erediensten konden volgen.

Naast deze indrukwekkende architectuur ter ere van de relikwie van het H. Haar, wou graaf Lodewijk ook zichzelf bedenken met iets memorabels. Hij liet zich portretteren door zijn hofschilder Jan Van der Asselt, en dit naast zijn 26 voorgangers, elk in een eigen nis. In een edelmoedige bui voorzag hij nog 24 nissen voor de portretten van zijn opvolgers. Toegegeven, hij heeft vrij goed gemikt: alleen voor de laatste twee nissen waren er geen graven meer voorhanden. Meer hierover lees je in K&L van 24/02/2021.

Ten slotte wou Lodewijk ook iets moois aanbieden aan de ongeletterde gelovige, hoofdzakelijk zijn (Kortrijks) hofpersoneel. Ter hunner lering besloot hij boven elke nis twee zwikken aan te brengen. Twee kapelaans van de O.L.Vrouwekerk kregen de opdracht een programma uit te schrijven. Zij selecteerden de 102 scènes, afkomstig uit de Bijbel, uit (al dan niet) vrome volksverhalen en uit het leven van de H. Willibrordus (waarover straks meer). We vermoeden dat de portretschilder Jan Van der Asselt ook deze scènes uitgetekend heeft. Met die tekeningen konden de steenbeeldhouwers aan de slag gaan. Waar zij vandaan kwamen, blijft onduidelijk. Ze moeten zo goed als zeker lid geweest zijn van een atelier in Noord-Frankrijk, misschien Valenciennes, of Douai. De ruwe stenen – in “pierre d’Avesnes” uit een plaatselijke groeve – werden allicht per boot aangevoerd tot in Kortrijk. Het kapwerk zelf zal dan gebeurd zijn op een tijdelijke werf nabij de kerk. Goed om te weten: op elke ruwe steen – ca. 70cm lang, 30cm dik en 35cm hoog die de steenkappers bewerkten – brachten ze telkens twee scènes aan, in hoog reliëf, links en rechts van het opgaande zuiltje waarop de steen rust. Zo kwam de linkse scène in de rechterbovenhoek te staan van de ene graaf en de rechtse in de linkerbovenhoek van de volgende. Dit betekent dat de scènes links en rechts van het opgaande zuiltje samen gelezen moeten worden. Zo lees je bv. de zwikken 62 en 63 als volgt:

zwik 62.JPG

Zwik 62 uit de Gravenkapel

zwik 63.JPG

Zwik 63 uit de Gravenkapel

zwik 62 (links van het opgaande zuiltje): Herodes, getooid met kroon en scepter, de rechterhand geheven met twee gestrekte vingers, geeft aan de soldaat achter hem het bevel alle kinderen van minder dan twee jaar te vermoorden; zwik 63 (rechts van het opgaande zuiltje): de linkse soldaat tilt een baby op en drijft zijn zwaard in diens hals; de andere soldaat heeft een tweede baby bij de haren gevat en ploft hem een dolk in de rug; de moeder, met gevouwen handen, smeekt om genade; een jongetje, rechts, kruipt weg. Een aangrijpend drama en dat op zo’n kleine oppervlakte. 

Het zou fout zijn te beweren dat de zwikken in de Gravenkapel een stripverhaal vertellen. Er is immers geen doorlopend verhaal, wel acht reeksen met elk hun eigen story. Vier reeksen zijn gewoon verhalend, vier andere zijn eerder moraliserend.

De vier verhalende reeksen zitten op de zuidermuur. Rechts van het altaar zien we een steekspel; op de zuidelijke muur: het leven van de H. Nicolaas, het leven van Maria en het kindje Jezus, het leven van de H. Willibrordus (dat nog even doorloopt op de westelijke muur, achteraan).

Bij het steekspel ontdek je makkelijk het beeld van een aanstormende ridder:

zwik 35.JPG

Zwik 35 uit de Gravenkapel

zijn paard draagt een dekmantel – waarop destijds, vóór en achter, zijn wapenschild te lezen was -; hij draagt een harnas, een schild voor de borst, een lans in de rechterhand en priksporen aan de voeten; zijn vizier is neergeslagen: klaar voor de stormloop!

In de volgende reeks, over Sint-Nicolaas, herken je het verhaal van de slager die drie verloren gelopen kinderen heeft gedood en ondergedompeld in een kuip met pekel (zwik 53).

Gelukkig komt Sint-Nicolaas langs die de kinderen laat herrijzen (zwik 52, de chronologie is grondig verstoord!).

We zien hier één kind dat zijn redder dankt, maar ook de vrouw van de slager: zij heeft allicht de heilige man aangeroepen!

Na de reeks over Maria en het kind Jezus waarover we het al hadden, lezen we het levensverhaal van de H. Willibrordus (° 658 North Umberland - † 739 Echternach). Deze Engelse monnik missioneerde onder meer bij de Friezen en de Denen, maar niet bij ons! Vanwaar dan al die aandacht? In 1199, bij de oprichting van het kapittel, schonk graaf Boudewijn IX hun zijn tiendrecht op Hulster Ambacht (Zeeland). Het werd de belangrijkste bron van inkomsten voor de Kortrijkse kanunniken. En wie was de patroon van Hulst? Willibrordus, precies! Voor wat, hoort wat: hij kreeg niet minder dan 20 zwikken.

Lange tijd wist men in Kortrijk niet meer om wie het ging: de H. Blasius misschien, geliefd bij de kruisvaarders? Het was pastoor Jan De Cuyper (° 1896 Veurne - † 1981 Kortrijk) die in de Latijnse “Vita Willibrordi”, geschreven door Alcuinus (° 735 York- † 804 Tours), de verhaaltjes vond die hier uitgebeeld staan. Zo vertelt zwik 75 hoe Willibrord aankwam in een klooster en vaststelde dat de wijn op was. Water durfde men niet te drinken: men wist dat het de bron was van cholera en tyfus. We zien hoe Willibrord de stop uit een vat gehaald heeft om lucht toe te laten in de ton: de stop ligt nu op de ton. Hij steekt zijn staf in het bomgat en, kijk, hij kan al een eerste fles vullen. Een tweede fles staat al klaar. Wat een heilig man allemaal vermag!

Naast deze vier verhalende reeksen zijn er ook vier moraliserende. Nu is het wel zo dat ook de meeste verhalende reeksen de gelovige aanzetten tot een vroom leven en dus ook een stichtende rol willen spelen. Anderzijds bevatten zowel de moraliserende reeksen als de verhalende ook wel louter figuratieve scènes: bv. zwikken 24 en 25: vreemde mannelijke figuren die lover spuwen, waarvan de betekenis ons ontgaat; zwik 79, een eikenblad. Een strak schema is er dus niet. 

Achter het altaar vind je drie goeddeels moraliserende reeksen. Vooral voor de eerste reeks is de bedoelde moraal ons echter niet duidelijk. Je ziet er bv. Een pracht van een springend hert (zwik 8). Het is een momentopname van de sprong: zie de kracht van de achterpoten, de opgetrokken voorpoten, de gestrekte kop, het machtige gewei. Wat een artistiek meesterschap! Maar wat de zedenles van deze scène is, ze ontgaat ons.

Vlak achter het altaar, in een tweede reeks, is het moraliserende vingertje – figuurlijk – wel te zien. Zwik 18 toont een monnik, met tonsuur en opgeschorte monnikspij. Hij wijst op een (heilig?) boek, allicht met aanbevelingen voor een vroom leven. Maar ... hij heeft het achterlijf van een hengst met discreet gesuggereerde genitaliën. En dit in de apsis van de kapel! De heren kanunniken hadden het blijkbaar niet begrepen op de bedelordes! Hun zedenles: beste mensen, hoed u voor die geilaards! Meteen leren we hier ook wat de basisregel is voor het lezen van de moraliserende reeksen: als de mens zondigt, als hij zijn dierlijke instincten volgt, wordt hij ook fysiek weer een beetje dier!

Dat blijkt bv. ook in reeks drie: de wildeman met vedel (zwik 28) is ruig behaard: hij lijkt wel een sater. Dat komt ervan als je de vedel bespeelt die steevast ingezet werd bij werelds vertier. Ook de minnezanger met luit (zwik 29) gedraagt zich liederlijk en groeit dus … krom.

zwik 29.JPG

Zwik 29 uit de Gravenkapel

Een laatste moraliserende reeks vinden we op de westermuur, achteraan. Zwik 88 toont bv.           een fabeldier: een gevleugeld drakenlijf bedekt met schubben, de nek van een reptiel, bokkenpoten,   een lange staart, hazenoren: de duivel! Hij verenigt in zich alle demonische dieren. Of, wie zondigt, wordt een monster, een suppoost van de Satan. En let eens op de allerlaatste zwik (102), bij de deur.

zwik 102.JPG

Zwik 102 uit de Gravenkapel

We zien een bisschop, met mijter en verzorgde baard. Maar hij heeft de vleugels en de klauwen van een vleermuis: hij is een dier van de nacht! Moraal: “Machtige man, als je je macht misbruikt, word je een roofdier!”        

Het mag een wonder heten dat deze kleine meesterwerkjes uit 1370 de plunderingen en vernielingen (na de slag bij Westrozebeke door de Bretoense huurlingen, 1382), bij de Beeldenstorm door de Gentse calvinisten, 1578 en de bombardementen door de gealllieerden (1944) hebben overleefd. Kunsthistorisch zijn ze een belangrijke schakel tussen een Franse traditie – waarvan nog nauwelijks sporen bewaard zijn gebleven, sedert de Franse Revolutie de abdijen liet slopen – en hun Brabantse hoogbloei. In talloze gotische kerken van het oude Brabant vind je identieke of analoge beeldjes, zoals in de kerken van St.-Martinus in Asse, St.-Martinus in Halle en de Zavelkerk in Brussel, tot in Dordrecht toe.

Wil je er meer over weten, dan vind je alles in ‘Klein Beeldhouwwerk uit de late middeleeuwen. De zwikken van de Kortrijkse Gravenkapel’, R. Van Belle & V. Nachtergaele, KGOKK, 2016, met kleurfoto’s en commentaar bij alle zwikken.  Je kan het boek bestellen bij kosteres Caroline.

Gepubliceerd door

Pastorale Eenheid O.L.Vrouw van Groeninge - Kortrijk

Meer

Cultuur
Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Jain in de clip 'Makeba', een aanstekelijk dansje dat 7 jaar na de release viraal gaat op Tiktok.
readmore

Na Jerusalema, ontdek de nieuwe Tiktok-challenge ‘Makeba’

icon-icon-video
Guido Vanheeswijck © CCV Hasselt
readmore

Online leertraject met Guido Vanheeswijck

icon-icon-artikel
Een blik op de originele partituur van Messiah. © Wikipedia
readmore

Ervaar Händels ‘Messiah’ intenser met deze luisterwijzer

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook