Zaterdag 21 juli
“ ‘k Heb mijn wagen volgeladen” voor het zoveelste kamp op de teller. Hoewel het er al vele zijn vertrek ik altijd met een bang hartje. Met ruim zeventig kinderen, jongeren en een paar kookouders op kamp gaan is altijd een beetje het onbekende tegemoet. In de loop van de tien dagen kan er vanalles voorvallen. Hopelijk niks ergs! Een ruzietje bijleggen dat hoort er wel bij en misschien een bezoekje aan de spoedafdeling met een pijnlijke voet of knie.
En toch vertrek je weer naar dat onbekende maar boeiende tiendaags samen-leven.
Zondag 22 juli
Onder een stralende zon komt de kampplaats tot leven. De traditionele wasbeurt met een wasbekken op een tafel buiten met fris koud water doet alle slaperige oogjes open gaan.
Gisteren namiddag hebben de oudste afdelingen goed doorgewerkt om de kampplaats volledig klaar te zetten. Tenten opzetten, de buitenkeuken klaarmaken, tafels in de refter in orde plaatsen voor de vijf leefgroepen en zelfs een zwembad opzetten.
Iedere afdeling kamp aan hun kampprogramma beginnen.
Maandag 23 juli
Vandaag is het ‘aspies geven programma’. Dit betekent dat de aspieploeg een dag activiteit geeft aan de jongste afdelingen onder toezicht van de afdelingsleiders. In de loop van het werkjaar hebben ze dit al een drietal keren de zondagnamiddag mogen doen. Maar nu, op kamp, een vol dagprogramma. Van ’s morgens tot ’s avonds wanneer het tijd is voor de jongsten om te gaan slapen. Daarna wordt met de aspies een evaluatie voorzien. Hoe is de dag verlopen… Hoe liep de voorbereiding en de uitwerking van het programma… Welke moeilijkheden heb je ondervonden… En vooral wat heb je uit deze ervaring bijgeleerd…
Een dagje proeven van het ‘leider zijn’ wordt afgerond in de leidingstent. En er wordt nog lang nagepraat.
Woensdag 25 juli
De dag van de dagtochten (jongste afdelingen) en de tweedaagse van de oudste afdelingen. Tegen 11 uur is iedereen naar z’n bestemming vertrokken. Ook de koopploeg trekt er op uit zodat ik, bij manier van spreken, de kampplaats voor een paar uur voor mezelf heb.
De namiddag gebruik ik om een bedankingskaart te versturen naar sponsors en sympathisanten. Een goeie vijftig adressen schrijven, kaart in de omslag, zegels kleven,…
In de loop van een werkjaar zijn er zovele mensen, ouders van leiding, bedrijven, winkels die iets voor Chiro doen dat een bedankingskaartje wel op zijn plaats is.
Tussendoor een berichtje via Messenger dat de toppers een slaapplaats hebben gevonden. Met hun gat in de boter gevallen! Er is zelf een zwembad ter hunne beschikking.
Donderdag 26 juli
Moe en tevreden zijn de jongsten teruggekeerd van dagtocht. Vandaag mogen ze een uurtje langer slapen. In de namiddag is er voor hen een groepsspel voorbereid. Maar ’s middag is er een echt frietkot waar iedereen kan aanschuiven voor een bakje met bijhorende keuze van saus en een frikadel. Ikzelf vertrek in de namiddag naar Erpe-Mere om verlorengegane bagage van aspies op te halen. Ze hadden gelift en bij het uitstappen was de chauffeur weggereden… Na een paar telefoontjes was het probleem opgelost en was de bagage terug op de kampplaats voor de aspies van de tweedaagse terugkwamen.
Het is altijd een geruststelling als iedereen tegen het avondeten veilig en wel terug op de kampplaats is.
Vrijdag 27 juli
Nog een paar gewone kampdagen te gaan. Activiteiten voor elke afdeling. Tot nu toe gespaard gebleven van dokters- of kliniekbezoek. Als chauffeur van dienst moet ik meestal deze klus klaren. Zo kan het gebeuren dat je enkele uren doorbrengt op een spoedafdeling. Meestal valt alles mee, maar voor de zekerheid toch maar even… Als groep heb je immers die verantwoordelijkheid ten opzicht van de ouders. Het ergste dat ik in mijn lange carriere als proost meegemaakt heb was een gebroken been en gewrichtbanden die gescheurd zijn. Voor de betrokkene is dat minder want, zeker als het in het begin van het kamp gebeurt, is dat het einde van zijn kamp. In overleg met de ouders wordt dan afgesproken dat zij hun zoon komen ophalen. Met twee krukken kan je bijna aan géén enkele activiteit meer deelnemen.
Maandag 30 juli
Het kamp nadert zijn einde. Wegencode rood, dit jaar géén kampvuur. Het stimuleert de leidingsploeg om alle creativiteit aan de dag te leggen en een waardig alternatief te vinden.
Want een kampvuur is toch altijd een stuk de bekroning van een kamp. Er worden vandaag ook al regelingen getroffen voor de opkuis van morgen, het afbreken en laden van alle materiaal…
Een kamp loopt weeral naar zijn einde. Dagen waar ik mocht meegenieten met het enthoesiasme en de inzet van elk van de chirogasten. Samen hebben ze er weer een onvergetelijk gebeuren van gemaakt. Een kamp wordt niet gemaakt door de leiding die activiteiten voorbereidt maar door iedereen. Iedereen zorgt dat het een boeiend samen-leven wordt. Na al die jaren kan ik nog niet zeggen: dat was het beste kamp! Ieder jaar is uniek, anders.