Vanaf deze zondag tot Pinksteren lezen we vooral het evangelie van Johannes. De evangelist Marcus komt later terug en nog even tussendoor op Palmzondag en in de Paasnacht. Dat de evangelist Johannes ons in die tijd begeleidt, is niet zonder toeval. Zijn verhaal beslaat drie 'paasfeesten' (joodse Pesach) en doorheen de teksten kunnen we ons verdiepen in het laatste paasverblijf van Jezus in Jeruzalem.
Lente in Jeruzalem en vandaag is het zo'n bedevaartsfeest, Pesach. Jezus is er ook als één van de vele pelgrims. Maar al snel gaat het verkeerd. We zijn getuige van wat men is gaan noemen; de Tempelreiniging. Jezus is behoorlijk ontstemd en jaagt alle geldwisselaars, met hun dieren erbij, uit de Tempel. Wat stoort Hem dan zo erg? Dat de handelaars de Wet (de Thora) verkeerd interpreteren. Voor Jezus is het volbrengen van die gezaghebbende Wet een manier om God te ontmoeten, om de liefde voor God te tonen. De verkopers op de markt slaan de bal mis als ze denken dat je voor een prijsje kan negotiëren met God; de ene verkiest een duif, de andere een schaap als offer. Maar God is niet te koop. Schande, en dat op zo'n heilige plaats! Daar zouden enkel de woorden van God mogen klinken, woorden die de vrijheid van mensen beogen.
Die woorden horen we ook vandaag. Ze borrelen op uit een heel ver verleden, uit de tijd van het oudtestamentische boek Exodus. Dat boek, anders genaamd 'Uittocht', biedt mensen een beeld van hoop en verhaalt hoe God eeuwen voor Christus zijn volk wegleidt uit de slavernij in Egypte. Op hun weg naar bevrijding en ook later, hebben de mensen nood aan goede leefregels die de juiste richting aangeven en zorgen voor evenwicht. We kennen ze als 'de Tien Geboden'. Veel inkt is over de strengheid van die geboden gevloeid als een bindend contract waaraan ieder mens zich dient te houden. Toch zijn het Woorden die bevrijden, wegwijzers naar een evenwichtige samenleving.
Jezus kende die Woorden ook. Maar, terugkomend op het evangelie, de aanwezigen verweren zich en vragen naar bewijzen, een teken aan de hand waarvan duidelijk wordt met welke macht Jezus iedereen in de Tempel wegjaagt. Het antwoord van Jezus maakt hen nog meer van streek. Zijn Lichaam is de ware Tempel.
Een herkenbare situatie? Soms snakken ook wij naar een tastbaar bewijs in het geloof. Waarom kan Jezus ons geen duidelijk teken geven? Dat zou alles toch veel gemakkelijker maken, niet? Toch hangt ons geloof niet af van 'bewijzen'. Geloven is op één of andere manier de sprong wagen, zich overgeven aan de Andere maar bovenal vertrouwen op zijn Liefde en Aanwezigheid voorbij het tastbare.
In Paulus' tijd was het ook zo. Joden vroegen om wonderen, Grieken zochten wijsheid maar christenen verkondigden een gekruisigde Christus. Wat een dwaze toestand! Toch schuilt in dit mysterie de redding van de mens. Jezus, aan het Kruis, neemt de kleinheid van ons mensen op zich en wijst ons de weg ten leven, voorbij alle miserie en lijden. Op het Kruis opent Hij een bredere horizon dan wij ooit zelf hadden gezien.
Luc,
bewerking van externe bronnen.