Op zaterdag 28 augustus gedenkt de Kerk de H. Augustinus, bisschop en kerkleraar in Noord-Afrika. Hij heeft in de 4e eeuw zijn stempel gedrukt op de theologie en ook zijn kloosterregel leeft nog verder in kloosterordes vandaag. Toch wil ik in dit artikel uitweiden over zijn moeder Monica. De Kerk gedenkt haar de dag voordien, op 27 augustus.
Eén van de vele deugden van een moeder zijn haar liefdevolle toewijding en haar geduld. De H. Monica heeft beiden hard nodig gehad; haar man was een verstokte ongelovige, kwam door haar voorbeeld en gebed na dertig jaar huwelijk tot het geloof en één van haar zonen, Augustinus, profiteerde ten volle van het leven. Het leven en de bekering van deze zoon staat uitvoerig beschreven in een beroemd werk, de 'Belijdenissen' (Confessiones). Vele jaren bad ze ook voor hem en naar het einde van haar leven mocht ze het uiteindelijk ervaren. Ze stierf in 387 in de geruststelling dat hij zijn losbandig en oppervlakkig leven de rug had toegekeerd.
Vele jaren geleden worstelde ik mezelf door dat lijvig boek, waarvan sprake, en naar aanleiding van deze gedachtenis herinnerde ik me een ontroerende passage waarin Augustinus over zijn moeder spreekt. In hoofdstuk negen, vertelt hij oa. heel teder over haar zorgzaamheid en inzet voor haar gezin en familie, haar immer verzoenende houding in conflicten. Een mooie passage is deze waarin ze samen mijmeren over de dood en het eeuwig leven (ze bevinden zich dan in Italië, waar Monica ook zal sterven).
"Toen nu de dag ophanden was dat zij heen zou gaan uit dit leven - een dag die u (God) bekend was maar wij nog niet van wisten - dat zij en ik, alleen, aan een venster geleund stonden. Wij stonden daar met ons beiden alleen te praten en vergaten wat voorbij was en reikten naar wat vóór ons lag en vroegen ons af hoe het zijn zou: het eeuwige leven van de heiligen, dat geen oog heeft gezien en geen oor gehoord. (...) We doorwandelden trapsgewijs alle materiële dingen en ook de hemel zelf en nog bleven we klimmen, innerlijk denkend en uw werken bewonderend, en wij kwamen aan ons verstand en overstegen dat, om het oord te bereiken van de onuitputtelijke overvloed (…) daar is het leven de wijsheid, waardoor al de geschapen dingen worden, geweest zijn en die zullen zijn. (…)"
En ze mijmeren verder:
"Gesteld eens dat voor iemand het rumoer van het vlees tot zwijgen komt en gesteld dat dan Hij, alleen Hij, zou spreken, niet door de stem van een engel, niet door het raadsel van een gelijkenis (…): geldt daar dan niet het woord; 'Treed binnen in de vreugde van uw Heer'?"
Even later richt de moeder zich tot Augustinus. "Eén reden was er nog wat ik in dit leven verlangde: de wens om jou alvorens ik zou sterven als katholiek christen te zien. Meer dan ten volle heeft mijn God mij die gunst geschonken zodat ik je nu zie als zijn dienaar."
Vijf dagen later krijgt de moeder hoge koorts en gaat haar toestand achteruit. De broers zijn bezorgd want daar in Italië bevinden ze zich ver van hun thuisland en hoe moet het dan met de begrafenis. Toen ze nog even bijkwam, stelde zij hun gerust met deze prachtige woorden: "Begraven jullie dit lichaam maar waar het uitkomt; laat de zorg daarover jullie niet hinderen; één ding vraag ik jullie slechts: dat jullie bij het altaar van de Heer mij gedachtig zijn, waar jullie ook zijn zullen". Maar de broers blijven ongerust en nogmaals zegt zij: "Voor God is niets ver weg en ik hoef niet bang te zijn dat Hij op het eind van de wereld de plek niet vindt waar Hij mij ten leven moet wekken!"
De H. Monica, een moeder van vlees en bloed, ze staat in de liturgische kalender net voor haar zoon, de alom gekende Augustinus. Laten we hen samen zien; hij als grote kerkleraar maar vooral ook als zoon van een moeder die in stilte en door opoffering veel tot stand heeft gebracht. Hoeveel Monica's zijn er vandaag de dag niet !
Luc
pastoraal werker