In het evangelie van deze zondag is er sprake van belasting betalen aan de keizer. Niets nieuws onder de zon, ook toen was er geld nodig voor de gemeenschappelijke voorzieningen. Daaraan bijdragen is een maatschappelijke plicht.
Jezus is in Jeruzalem aangekomen en tezamen met z’n leerlingen voelt Hij een groeiend verzet tegen zijn zending bij de leiders van het volk. Met een venijnige vraag willen ze Hem in de val lokken. Maar Jezus antwoordt: “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.” Doorheen ons gelovig leven kunnen we aan God al iets geven van wat Hem toekomt: Hem erkennen als belangrijk, Hem onze inzet van de voorbije week aanbieden, ons door Hem laten bevragen. En moge wij, op onze beurt, in de eucharistie van Hem verse moed ontvangen om onze missie als christenen op te nemen en die uit te dragen.