Oktober brengt ons twee belangrijke spirituele ankerpunten: op vele plaatsen wordt 11 oktober gevierd als ‘Nationale Ziekendag’, een moment van aandacht en solidariteit met allen die lijden aan ziekte of kwetsbaarheid. En op 7 oktober herdenken we het feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, een dag die ons uitnodigt tot gebed, verstilling en verbondenheid met Maria. Twee schijnbaar verschillende momenten, en toch raken ze elkaar diep in het hart.
Wie ziek is – lichamelijk of psychisch – weet hoe kwetsbaar het leven kan zijn. Alles wat vanzelfsprekend leek, komt op losse schroeven te staan. Plannen vervagen, relaties worden op de proef gesteld, het tempo van het leven vertraagt of stokt. In die stilte, die soms voelt als verlatenheid, klinkt de vraag: "Waar is God in mijn lijden?"
Juist daar komt Maria ons nabij. Niet met grote woorden, maar met haar stille aanwezigheid. In de rozenkrans bidden we telkens opnieuw het Weesgegroet, een eenvoudig, troostend gebed dat ons bij de hand neemt. We lopen met Maria door het leven van Jezus: door vreugde, licht, lijden en glorie. In de ‘droevige mysteries’ van de rozenkrans overwegen we de passie van Christus. Het herinnert ons eraan dat ook God zélf niet aan het lijden voorbij is gegaan. Maria stond onder het kruis – en zij blijft ook nu bij ieder die een kruis draagt.
Op Nationale Ziekendag worden zieken niet alleen herinnerd, maar werkelijk erkend in hun mens-zijn. Niet als last, maar als deel van onze gemeenschap. Ziek zijn is niet alleen iets wat je overkomt, het is ook een plek van ontmoeting: met jezelf, met anderen, met God. Vaak zijn het juist zieken die – ondanks of misschien wel dankzij hun pijn – een dieper geloof, een groter mededogen, en een stille wijsheid uitstralen. Hun bestaan is een levend gebed.
Laten we daarom in deze oktobermaand de rozenkrans in handen nemen, ook – of juist – als woorden tekortschieten. Laten we Maria vragen om haar nabijheid bij allen die ziek zijn, bij ziekenbezoekers van Samana, bij mantelzorgers, artsen en verpleegkundigen, bij hen die het verdriet dragen van een ongeneeslijke diagnose, en bij hen die hun laatste levensdagen ingaan. Misschien is er iemand in onze omgeving die we kunnen opzoeken, een kaartje sturen, of voor wie we simpelweg een tientje van de rozenkrans kunnen bidden.
Maria is geen verre koningin, maar ‘Onze Moeder’. In haar zien we hoe God met ons meegaat, ook in het donker. Moge zij ons helpen om, met kleine gebaren van liefde en gebed, licht te brengen in de schaduw van het lijden.