In het ‘Onze Vader’ bidden we – hopelijk heel bewust: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren”. In het evangelie van deze zondag staat vergeving zonder limieten als richtsnoer centraal.
Misschien eerder dan ons te vergalopperen op het aantal keren doen we er beter aan om vergeving te benaderen in het licht van barmhartigheid. Want Gods gerechtigheid heeft vooral daarmee te maken. Wat in menselijke maatstaven vaak een haast onoverkomelijke horde lijkt, bekijkt God met andere maatstaven. Hij laat de kudde in de steek voor dat ene verloren schaap. De arbeider van het laatste uur krijgt evenveel uitbetaald als de dagloner die zich een godganse dag aftobt en de laatsten zullen de eersten zijn. Om die barmhartige vergevende liefde duidelijk te maken, brengt de evangelist Matteüs de parabel van de hardvochtige dienaar. De tegenstelling met Gods barmhartigheid kan niet groter en de ongepaste houding van die dienaar ligt er vingerdik op.
Maar in het dagelijks leven is deze theorie niet zo vanzelfsprekend toe te passen. Gebeurtenissen tussen partners, zwaar gehavende slachtoffers van aanslagen, zinloos geweld of onrecht, enz…We weten en voelen uit ondervinding dat vergeving schenken in bepaalde omstandigheden de menselijke kracht te boven gaan. Het vraagt tevens om schuldinzicht langs beide zijden. Vergeving schenken, vergeving ontvangen…toch vaak de enige weg om verder te gaan in het leven. Vandaar Matteüs’ nadruk, vandaar Jezus’ gebed.