‘Gij zijt het zout der aarde en het licht de wereld’, zegt Jezus ons in het evangelie van zondag. Deze woorden helpen ons om onze zending als christen in deze wereld beter te begrijpen. Ze dagen ons uit om niet terug te plooien op onszelf maar om van de schoonheid van het Evangelie te getuigen.
Bénédicte Lemmelijn, uit Zoutleeuw is o.a. professor Oude Testament aan de KU Leuven en in december 2020 aangesteld als lid van de Pauselijke Bijbelcommissie. Ze is gehuwd met, eveneens bijbelwetenschapper, Hans Ausloos en moeder van Ruben, Elke en Matthias…onze cantor tijdens eucharistievieringen en verantwoordelijke voor de werkgroep liturgie en devotie in onze pastorale zone.
Uit het Bijbels tijdschrift Ezra citeren we enkele gevatte reflecties van haar op dit stukje evangelie: “Christenen moeten het zout zijn, en erop toezien dat het zout zijn kracht niet verliest. Zout markeert de smaak; zout behoedt voor bederf, zout kan ook pikkend pijn doen in een open wonde, maar ze tegelijk ontsmetten en als zodanig een begin van heling betekenen. Als zout dus flauw zou worden, verliest het simpelweg zijn eigenheid. Hoe dan, vraagt Matteüs, kan het dan zijn kracht terugvinden? Als christenen onherkenbaar zijn en in niets te onderscheiden zijn van de goegemeente, hoe kunnen ze dan 'zout' zijn ... Waartoe dient de Kerk, als ze niet dient, vroeg bisschop Gaillot zich af. (ter info: deze progressieve Franse bisschop kwam in 1995 in botsing met het Vaticaan. Hij zocht vooral het gesprek met mensen die door de maatschappij naar de rand werden geschoven)
Matteüs voegt er een tweede metafoor aan toe. Volgelingen van Jezus moeten 'het licht in de wereld' zijn. Licht dat straalt en uitstraling heeft. Een stad op een berg kun je zien van ver, stelt hij. Ze kàn zelfs niet verborgen blijven. Een lamp, meent hij, steken we niet aan om ze daarna te bedekken. Een lamp zetten we op een standaard, zodat het licht zich kan verspreiden. Op dezelfde wijze moeten Jezus' volgelingen licht zijn: niet verstopt onder de korenmaat, maar duidelijk herkenbaar voor 'ieder die in huis is'.”
Bénédicte Lemmelijn benadrukt m.a.w. dat zout en licht zijn in de wereld niet mag blijven hangen in het ijle maar dat het gaat om een daad-werkelijke inzet. Het wordt concreet in goede daden !
(bron: Ezra, Bijbels tijdschrift, 2020 nr 48)