Soms kan je moeilijk geloven wat je hoort … Zo was het die zondagavond in Berlaar en omstreken: onze pastoor Eric is onverwacht overleden. Ongeloof, verbijstering, verdriet, zelfs wat boosheid … Als er nu iemand niet kon gemist worden, was het toch onze herder, de ziel van onze parochie. “We zagen hem nog op het einde van de televisie-mis met een brede glimlach uit het beeld stappen. Zo gelukkig en tevreden.” En nu bladeren we door zijn uniek levensboek, hier en daar …
Eric zag op 29 juni 1949, het feest van Petrus en Paulus, het levenslicht. Hij groeide op als vijfde zoon in een gezin van elf kinderen en grapte maar al te graag dat hij al vanaf de eerste negen maanden in voortdurend gezelschap was van een andere vrouw, zijn tweelingzus Erica. Dat een groot gezin een oefenschool voor het latere leven kan zijn, bewijzen tal van anekdotes: van op jonge leeftijd ‘priestertje’ spelen tot het strategisch oplossen van kleine strubbelingen binnen een ravottend gezin. Als broer was hij reeds een rots in de branding, een luisterend oor, een schuilplaats. Werkte Eric aanvankelijk als bankbediende, zijn verlangen om priester te worden en te investeren in Gods zorg voor zijn mensen, liet hem niet los. Een late roeping of beter, een iets later antwoord van een uniek mensenkind.
Op de zomerdag van 1980 werd Eric in Vosselaar priester gewijd. Een heel rijtje parochies mochten hem als gedreven herder en mens ervaren: van Berlaar-Centrum en Berlaar-Station aanvankelijk tot een tussenplaats in Sint-Michiel en Sint-Jan in Weelde, naar een terugkeer in Berlaar –Centrum, uitgebreid met de Heikant en Gestel. En tussendoor bekleedde hij kundig ook nog tien jaar de functie van deken van het voormalig dekenaat Rupel-Nete.
Ach, om titels en plaatsen gaf Eric niet, wel om mensen – en in het bijzonder de zorgmensen – die hem waren toevertrouwd of die hem wisten te vinden. Hij stelde zijn talenten duidelijk in dienst van zijn parochianen, zijn familie en allen die op hem een beroep deden, door spontaan beschikbaar te zijn. Hij was een warme persoonlijkheid en een prettige verschijning. Een toevallige ontmoeting met hem kleurde vaak de verdere dag. Zijn eenvoud, gedrevenheid en enthousiasme inspireerden generaties dorpsgenoten. Hij stond midden in het leven en wist wat zijn schaapjes beroerde. Zijn uitgesproken aandacht voor de kleinen, de zieken, mensen in verwarring en ontmoediging, maakte van hem een houvast voor velen.
Wie hem mocht ervaren als voorganger in de eucharistie voelde zich aangesproken, begrepen. Elke viering kreeg dat speciale tintje, of het nu de eerste communicantjes waren of de vormelingen, de jongeren of de senioren. Met Eric als priester hadden we geluk. Telkens bleef er wel een rake zinswending hangen. En het vleugje humor deed ons met een glimlach in vrede heengaan. Als bedienaar van de sacramenten – de scharniermomenten in het leven – heeft hij zielentaal geschreven: de diepe verwondering bij het doopsel, de feeststemming bij de huwelijksbelofte, de bemoediging bij de ziekenzalving, de verrijzenisgedachte bij uitvaarten, de grenzeloze barmhartigheid van de Hemelse Vader …
Eric bezat de feeling om een hele groep vrijwilligers samen te brengen om het parochiale leven in goede banen te leiden. Hij hield van een enthousiaste, warme, levendige Kerk waar ook jongeren voeding vinden. En we mogen hem vooral een biddende mens noemen: zoveel lege en gevulde hoekjes van zijn agenda legde hij vol vertrouwen in Gods handen, naar het voorbeeld van Theresia Van Lisieux. Waar haalde hij anders zijn kracht om staande te blijven? Hij promootte zo graag de grootheid van iedere mens, de kunst om te vergeven en ruimte te scheppen, de onvoorwaardelijke Jezus’ liefde om mensen te omarmen. Zijn laatste oproep willen we koesteren en waarmaken: ‘Geef ons een hart dat iedere mens zonder onderscheid liefheeft!’
Ludwine Van Roie
Zustergemeenschap van Berlaar