Jan Van Beek groeide op in een gezin in Bergeijk in Nederland. Hij wilde priester worden en volgde de opleiding in België. Jan werd gewijd in juli 1962 in het pas heropgerichte Bisdom Antwerpen. Enthousiast als hij was, ging hij aan de slag als onderpastoor in Poppel. In 1969 werd hij onderpastoor in Retie. Dat werd zijn echte ‘thuis’.
Als kind leer ik Jan kennen in de Chiro. Zijn enthousiasme sprak ons aan. Hij was er, op zondag, maar ook op kamp. Hij zorgde voor de misviering en voor zoveel meer. Iedereen droeg Jan een warm hart toe. Hij was joviaal en maakte zijn lijfspreuk ten volle waar: “Als ik iemand een plezier kan doen, waarom zou ik het dan laten.”
Toen ik wat ouder werd en zelf engagementen opnam in de parochie, merkte ik dat Jan niet altijd het prototype van een pastoor was. Soms ging hij zijn eigen weg, maar steeds stond hij tussen de mensen. Hij engageerde zich onder meer in een gezinsgroep, was actief lid van het feestcomité van de vijftigjarigen en was betrokken bij de kookploeg voor de Chirokampen. Waar Jan was, werd gelachen en plezier gemaakt. Maar ook als je het moeilijk had, kon je op hem rekenen. Hij kwam langs, gaf mensen nieuwe kansen. Hij was verdraagzaam in alle opzichten.
En ja, soms ergerden we ons wel eens, want administratie was Jans ding niet. Zijn kracht zat in zijn gedrevenheid, zijn enthousiasme, zijn gelovige voorbeeld voor jong en oud. Hij maakte het evangelie waar in woord en daad: er zijn voor elkaar!
Bijna twintig jaar was Jan nauw betrokken bij de opgroeiende jeugd in Retie. Hij was de onderpastoor die er altijd was. Tot hij in 1987 benoemd werd tot pastoor in Mol-Millegem. Een donderslag bij heldere hemel, leek het wel, voor Retie. Net als in 1969 in Poppel, lieten we Jan niet graag gaan. Maar hij ging, en ook in Millegem werd Jan de geliefde, warme pastoor. Af en toe hoorden we in Retie hoe het met hem ging. Met zijn goede vrienden hield hij nauwe contacten. Tot Jan in 2001 op pensioen ging en terug in Retie kwam wonen, zijn ‘thuis’. Hij werd meewerkend priester en nam een aantal taken terug op. De Chiro mocht terug op hem rekenen, hij ging bij mensen op bezoek, maakte reisjes, deed vieringen… Jan genoot van het leven. Jan werd de ‘vaste’ pastoor van Schoonbroek, ging voor in de Christus Koning-viering… Tot we merkten dat er af en toe iets verkeerd liep: Jan kwam niet opdagen, hij sloeg iets over in de viering, of hij begon opnieuw. We werden ongerust, want Jan werd erg vergeetachtig. Vrienden vingen hem op en zorgden voor hem. Uiteindelijk werd hij opgenomen in het woon-zorgcentrum Annadal in Retie, waar hij overleed.
Vanuit de parochies waar Jan (onder)pastoor was, kunnen we maar één woord zeggen: Dank je wel! Dank Jan, om wie je was, om wat je voor zo vele mensen hebt gedaan. Dank omdat je ons doopte, huwde, jubilea met ons vierde, onze geliefde doden begroef. Dank om al die babbels, om je goedlachse warme aanwezigheid.
Het ga je goed!
Christa Damen