Op 21 juli, onze nationale feestdag, en 15 november, de koningsdag, horen we dat het Te Deum gezongen wordt. In heel wat gemeenten, ook in de onze wordt dit Te Deum gezongen na de zondagsviering volgend op deze feestdagen. Ook komende zondag is dit het geval na de mis van 10.30 u. in de Sint-Stefanuskerk in Vichte. We willen dit even voor jullie kaderen. Het Te Deum is een eeuwenoude hymne om God te verheerlijken, Christus te aanroepen en om ontferming te smeken. Deze hymne, ontstaan rond het jaar 400, is gebaseerd op psalm 146. Doorheen de geschiedenis is het een belangrijke Christelijke gezang geweest. Ambrosius en Augustinus hebben het gezongen, bij de doop van de Augustinus. De hymne wordt gezongen bij alle belangrijke gebeurtenissen van het leven. Zo brengen we lof aan God, aan Christus en stellen we ons nederig op tegenover Hem en tegenover elkaar. Het brengt ons ook in juiste verhouding tegenover elkaar. Heel wat componisten hebben er muziek op gezet: Haydn, Mozart, Berlioz, Charpentier en anderen.
Een weetje, de intro van het Te Deum van Charpentier kennen we als Eurovisiemars.
De gemeente vraagt gewoonlijk het Te Deum aan, om even stil te staan bij onze nationale feestdag en de koningsdag. We willen er bidden voor ons land, zijn bewoners en bestuurders. Vooral voor het welzijn van ons allen - Belgen en allen die bij ons wonen, dat wij in verdraagzaamheid van respect met elkaar zouden leven. Ook willen we bidden dat wij goede bestuurders zouden hebben, die het welzijn en de vrede bevorderen in ons land, maar ook in de wereld.
Het is goed om regelmatig stil te worden en te bidden voor elkaar, ook voor onze overheden.
Daarom zingen we het Te Deum op het einde van een viering. We beginnen met voorbeden, voor de bevolking en zijn bestuurders. Daarna heffen we het Te Deum aan, in het Latijn of het Nederlands. In het Nederlands zingen we “U Heer, zijn lof gebracht” wat een vertaling is van het Te Deum. Daarna worden de nationale hymnen: de Brabançonne en de Vlaamse Leeuw. Zo doen we recht aan allen die voor onze vrijheid en vrede gezorgd hebben en nog altijd zorgen.
Het Te Deum is naast een kerkelijke ook een burgerlijke aangelegenheid geworden. Waar de verbinding tussen beiden belangrijk blijft. Ook al is een scheiding tussen kerk en staat, we leven als christen in dit land, en waarderen ook onze bestuurders. De bestuurders waarderen ook wat de kerk betekenen kan binnen een gemeente, tot steun aan elkaar. Daarom is het niet onbelangrijk dat deze traditie verder gezet wordt.
Laten wij ons daar van bewust zijn komende zondag als wij het Te Deum aanheffen en het niet zo maar als een traditie beschouwen. Laten we ons verder verbonden weten met elkaar, met onze overheden, met allen met wie we samenleven in onze gemeente, van waar ook aangewaaid. Een zalige nationale feestdag gewenst.
Priester Jan