Vandaag worden we stil bij de laatste uren van Jezus’ leven.
Zijn bidden in de hof van olijven, waar de leerlingen in slaap vallen.
Zijn bidden om sterkte om alles te doorstaan wat doorstaan moet worden.
Zijn oog in oog staan met zijn verrader, één van de leerlingen, Judas.
Zijn geweldloos meegaan in zijn arrestatie.
Zijn aanhoren van de beschuldigingen.
Zijn eerlijk antwoord op de vraag of hij de Messias is.
Zijn veroordeling door de hogepriesters
Zijn marteling bij Pilatus, en de veroordeling door de man die zijn handen in onschuld wast.
Zijn opnemen van het ‘kruis’, het dragen doorheen de straten van Jeruzalem.
Zijn troostende woorden voor zijn moeder, voor de vrouwen van de stad.
Zijn ontdaan worden van al zijn waardigheid, wanneer om zijn kleren wordt gedobbeld.
Zijn hangen aan het kruis, met de vele getuigen voor hem.
Zijn aanhoren van het gehoon en de bespotting.
Zijn troostende woorden voor zijn moeder Maria en zijn leerling Johannes.
Zijn vergevende woorden: ‘Vader vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen.’
Zijn sterven op het kruis: ‘God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’
Zijn stilte die hij naliet, bij allen die hem gevolgd waren.
Zijn begrafenis, met de steen voor het Graf.
Dit alles overwegen we vandaag in de kruisweg, dit op weg naar Pasen.
Laten we het nu stil maken en bidden voor allen die in dit lijden staan.