Degene die de bril heeft uitgevonden, verdient een standbeeld. Zijn vondst brengt redding voor mensen van iedere leeftijd. Sommigen hebben zwakke ogen vanaf hun kinderjaren. De meesten gaan minder scherp zien, wanneer zij de veertig voorbij zijn. Uiteindelijk blijven er maar weinig over bij wie de voortschrijdende slijtage de ogen gespaard heeft. Gelukkig zijn er die twee glazen. Maar een Vlaams spreekwoord zegt : Wat baten kaars en bril, als de uil niet zien-en wil.
Soms zien wij rondom ons zo weinig gebeuren. Soms lopen wij de echte dingen voorbij. Wij kijken vaak zo ver als onze neus lang is. Dikwijls is de echte reden dat wij niet willen zien, omdat het inspanning vraagt. Ofwel wil je geen getuigen zijn van de feiten en zeg je maar : Ik heb niets gezien.
Zo was het ook in Jezus’ tijd. De wachters bij het graf van de verrezen Heer lieten zich de handen smeren en die smeer is blijkbaar in hun ogen gespat. Wij sliepen en hebben dus niets gezien. De vijanden van Jezus zagen Hem niet na zijn verrijzenis, omdat zij beweerden dat Hij de Zoon van God niet kon zijn. De leerlingen van Emmaüs bemerkten niet dat Hij naast hen liep, omdat zij te zeer teleurgesteld waren door zijn kruisdood. Maria Magdalena was door haar droefheid zo in de war, dat zij, toen zij Jezus zag bij het lege graf, meende de tuinman te ontmoeten. En de apostel Tomas stelde zijn voorwaarden met klem : “ als ik in zijn wonden mijn vingers niet kan steken, geloof ik niet.”
Indien Jezus vandaag verscheen, zou dat sensationele nieuws morgen dik afgedrukt staan in de kranten. Maar in de avondberichten zou het commentaar misschien zo luiden : De feiten zijn niet wetenschappelijk bewezen. Goddelijke tussenkomsten passen nu eenmaal niet in onze wereld.
Het is inderdaad moeilijk de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Het geloof echter kan ons zicht geven op Gods zorgende aanwezigheid in de wereld, maar dan moeten wij het benaderen met de ogen van God. Door het geloof in de verrezen Heer ontdekken wij in Jezus niet alleen een uitnemende mens, maar ook als de Verrezene. Het geloof laat je met vertrouwen bidden tot de Geest als Bron van licht en kracht : Kom, Heilige Geest.
Als je de doorzichtige brillenglazen van het geloof benut, begin je het evangelie te zien en te waarderen als een goudmijn van wijsheid. Je wordt stil en je ziet de dingen anders, dieper en zonniger. Zieken en beproefden ontdekken de verlossende kracht van het lijden en leren hun kruis met Christus dragen. Wie niet meer als een materialist de wereld beschouwt, wordt iemand van een ander gedacht : hij ziet in elke medemens een zuster of broer. Wie leeft vanuit God, ziet de plicht als een wekroep van de Heer om mee te werken aan een betere wereld.
Hebben wij vandaag ook geen behoefte aan een dieper zicht op ons geloof ? De verrezen Heer wil ons helpen Gods liefdesplan met de mensen te ontdekken. Jezus herhaalt voor ieder van ons het woord dat Hij tot Tomas richtte : Zalig die niet zien en toch geloofd hebben. Kunnen wij dan ook met Tomas bidden : Mijn Heer en mijn God ?
