Toen Gabrielle en ik die zondagochtend de Sint-Jozef kerk binnenkwamen, werden we meteen begroet door voorganger Tony. Het is reeds een gebruik in veel kerken in Brussel en Vlaanderen, maar toch treft het steeds weer: het gevoel ‘welkom’ te zijn in een geloofsgemeenschap. In die zin startte het Aleidisfeest voor ons alvast onder een goed gesternte. Ook de verzorgde liturgie was opvallend: een plechtige en te-gelijk aansprekende liturgie, met heel wat samenzang (het algemeen priesterschap van gelovigen werd hier reëel tastbaar) onder deskundige begeleiding van de zussen Els (cantor) en An (organist) Faems. Ook de vormelingen waren aanwezig, en toen ik hen had gezien viel het me plots op hoe gevarieerd de héle aanwezige gemeenschap was: jong en oud, man en vrouw, mensen van diverse afkomst. ‘Eenheid in verscheidenheid’, zo schoot me door het hoofd, met de bijkomende hoop dat die verscheidenheid blijvend mag groeien in onze nieuwe gemeenschap. En dan was er het gezellig samen-zijn in het parochiaal centrum na de viering. Ik zag er enkele oude bekenden terug, en wat deed dat deugd! Vaak vrezen mensen dat een schaalvergroting op het vlak van pastorale eenheden ook zorgt voor een ‘verkleining’ van het aantal gelovigen. Voor een deel klopt dat misschien, maar voor een deel ook niet, want als ik die dag niet in Evere was geweest, dan had ik enkele broers en zussen in het geloof niét ontmoet. En ja, het wordt wellicht een blijvende uitdaging om (vooral minder mobiele) mensen uit het grote grondgebied dat onze nieuwe eenheid beslaat, te helpen om naar één van onze zondagsvieringen te komen. Maar wat ik vandaag zag, leek een hoopvolle start, want ik ontwaarde heel wat mensen uit diverse parochies van onze beide vroegere pastorale eenheden. Net als tijdens de viering zat de sfeer ook tijdens het samenzijn achteraf goed. Nu is het woord ‘sfeer’ op zich natuurlijk een wat vaag begrip. Maar het werd heel concreet tijdens het aperitief en het daaropvolgende buffet, met name in de hartelijkheid waarmee mensen met elkaar omgingen. De ene luisterde bezorgd naar wat vermoedelijk de zorgen van een ander waren, terwijl zich op weer een andere plek een glimlach op iemands gelaat vormde – of een bulderlach weerklonk. Wat mij dan weer het gevoel gaf van een gemeenschap waar iedereen zichzelf mag zijn. Het enige dat ik miste was een gebedje voor de maaltijd; dat had nog meer het gevoel kunnen versterken dat we ook in ‘het alledaagse’ een gelovige gemeenschap zijn. Maar de maaltijd zelf was uitstekend, om nog maar te zwijgen van het dessertbuffet. Meteen een uitstekende gelegenheid om alle vrijwilligers en beroepskrachten die dit feest mogelijk maakten even in de schijnwerpers te zetten. Heel zinvol was tenslotte ook de duiding die pastoor Benno via een filmpje gaf over de heilige Aleidis, en op welke manier zij voor ons in onze nieuwe pastorale eenheid een inspiratiebron kan zijn. Haar aandacht voor gebed en concrete naastenliefde, en de manier waarop zij haar lijden en isolement beleefde, troffen me bijzonder. Mogen we door haar bemiddeling en met Gods zegen verder op weg gaan als gloednieuwe ‘Aleidianen’.