24 Februari 2022. Eén jaar geleden. Stel je eens voor, er begint een oorlog midden in de nacht en je hebt een paar uur de tijd om te beslissen of je blijft of vertrekt. Lubba, wonende in Kiev, belt haar dochter in Irpin en ze beslissen van onmiddellijk samen te vertrekken. Gelukkig dat ze onmiddellijk vertrokken zijn, want Irpin werd zoals Bucha, beide voorsteden van Kiev, in maart 2022 verwoest. Na een zestal dagen komen moeder en dochter als een van de eersten aan in Brussel en ik pik ze op rond middernacht aan het Zuidstation. Hun rekeningen zijn geblokkeerd maar gelukkig konden vrienden in Georgia bustickets voor hen kopen.
Anna daarentegen behoort tot degene die eerst in Oekraïne gebleven zijn. Studies en werk vallen stil. Focus is op overleven. De ene beweert dat de oorlog na een paar weken over zal zijn, de nieuwsberichten doen het omgekeerde vrezen. Je gaat slapen met je kleren en je handbagage staat klaar om telkens onmiddellijk te kunnen vertrekken. ’s Nachts is het ten strengste verboden om de lichten aan te doen. Meerdere keren per dag en nacht ga je, wanneer het alarm afgaat, schuilen in de betonnen gangen van je appartementsblok om beschutting te zoeken. Want schuilkelders zijn er nauwelijks. De veiligste verdiepingen zijn de 4de en 5de verdieping maar wie dacht daaraan toen hij zijn flat kocht?Op een bepaald moment wordt het je te veel, stapelen de stress en de slapeloze nachten zich op en heb je maar een uitweg meer: weggaan. De stad Zaporizhzhia waar Anna woont, wordt bovendien bijna ingenomen door de Russen. Ze vertrekt in Augustus 2022. Haar grootouders in Zaporizhzhia blijven achter, net als haar ouders en broer die in Dnipro wonen, wat een kleine 100 km noordelijker ligt van het front.
Stel je opnieuw eens voor. Je komt alleen aan in een ver land en je hebt nog nauwelijks gereisd, laat staan ergens anders gewoond. Je verstaat de talen niet. Heel de tijd word je geconfronteerd met gemengde gevoelens omdat jij het beter hebt dan je naasten en vrienden die achterbleven. Ieder blij moment voelt dubbel. Zo heeft Anna foto’s van de kerstmarkt naar haar oma gestuurd, mooie beelden met veel kerstverlichting en vreugde. Dat gedeelde vreugde dubbele vreugde betekent, was in dit geval niet waar. Hoe zouden wij ons voelen in de plaats van de oma? Ook blijf je in België slecht slapen zolang de oorlog niet voorbij is, vooral als je ook zelf maanden lang de oorlog meegemaakt hebt. Want je hoort van je naasten dat de situatie slechter wordt.
Intussen is Anna hier 6 maanden en verstaat ze al goed Nederlands dankzij de intensieve taalcursussen. Haar belangrijkste boodschap aan al haar Oekraïense verwanten is: Er bestaan goede mensen. Er verschijnen ook hier en daar hoopvolle initiatieven. Het zijn kleine lichtjes waar ze zich aan kunnen optrekken. Net zoals Gino het verwoordde in de kersthomilie: het goede, de kleine baby Jezus, komt niet met trompetgeschal, in tegenstelling tot de niets ontziende oorlogsmachine.
Als ik even stil sta bij wat dit verhaal mij leert, dan zou ik willen zeggen dat het onbekende Oekraïne een gezicht kreeg. Ik heb niet lang moeten nadenken om iemand bij mij thuis op te vangen. Ik zou hopen dat als ik in nood was, dat ik ook opgevangen zou worden. Oekraïne is voor mij een melancholisch land dat al veel miserie gekend heeft. Dat uit zich in hun mooie, melancholische muziek die door merg en been dringt. Het valt me op dat de Oekraïners moedig zijn. Ze blijven niet bij de pakken zitten hoe moeilijk hun omstandigheden ook zijn. Ze leren en werken hard en zijn enorm ondernemend. Ze willen terug naar hun land maar maken er nu het beste van. Misschien kunnen we wel iets van hen leren. Misschien inspireren ze ons wel om niet op te geven en om dankbaar te zijn voor wat we hebben.
Sophie Vanhaverbeke en Sabine Bronchart