Onze Paulusgemeenschappen breiden nog verder uit en we werken meer en meer samen en zo brengt de rubriek Even voorstellen me deze keer naar Vorst, dicht bij het Dudenpark. Daar bel ik aan bij Jef Arnout en zijn echtgenote Ria Sanders. Samen met nog andere vrijwilligers zijn ze trekkers van de parochiegemeenschap Brussel Zuid.
Zoals altijd, starten we ook nu met de klassieke eerste vraag: zijn jullie geboren Brusselaars of ingewekenen?
Jef Arnout en Ria: wij zijn allebei geboren in dezelfde kraamkiliek in Oostende in 1954. We hebben samen op school gezeten, in de kleuterklassen van de wijkschool. Later moesten de jongens en de meisjes naar een aparte school. In die tijd was dat nog zo. We hebben er nog familie wonen en gaan dus nog regelmatig terug naar Oostende.
Komen jullie uit een groot gezin?
Ria is de oudste van drie en ikzelf ben de vijfde uit een gezin met tien kinderen. We gingen ook naar dezelfde parochie, de nieuwe koerswijk.
Hoe zijn jullie dan in Brussel terechtgekomen?
Ria was na haar studies geneeskunde samen met een bevriend koppel studiegenoten op zoek naar een leefbare gemeente waar ze als huisartsen aan de slag konden, een groene gemeente met een vierdewereldproblematiek. Tijdens de eerste jaren werkte Ria als huisarts en volgde ze een bijkomende opleiding schoolgeneeskunde. Ze is dan ook schoolarts geworden en bleef dat gedurende het grootste deel van haar carrière bij het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) in Halle.
Ikzelf studeerde in Leuven bio-ingenieur aan de faculteit landbouwwetenschappen en heb me toen eerst gespecialiseerd in complexe koolhydraten zoals zetmeel. Later doctoreerde ik in de medische wetenschappen aan de faculteit geneeskunde. Ongeveer 25 jaar heb ik onderzoek gedaan in het domein van trombose en hemostase. Aan het UZ Leuven heb ik vele jaren het klinisch laboratorium bloedstolling geleid. In 2006 werd ik beheerder van de groep Biomedische Wetenschappen van de KU Leuven en heb ik de uitbouw van de campus Gasthuisberg voor de universiteit gestuurd. Door de coronacrisis ben ik in 2019 na mijn emeritaat blijven werken om de universiteit, het ziekenhuis en de stad Leuven te helpen de coronacrisis te beheersen. Zo hebben we het ziekenhuis in de kritische periode aan de nodige FFP2-maskers geholpen en zijn we de meting van het coronavirus in het rioolwater opgestart. Het waren heel drukke maar ook boeiende weken en maanden, maar ik heb het graag gedaan. Door omstandigheden ben ik blijven doorwerken tot ik 70 jaar werd.
Hebben jullie kinderen?
We hebben vier kinderen, drie meisjes en een jongen. De oudste dochter is geboren in 1981 en studeerde religiewetenschappen. Zij werkt nu in de HaBobibliotheek en woont in Mechelen. Onze tweede dochter studeerde farmacie met specialisatie ziekenhuisapotheek en werkt in de apotheek van het az Sint-Maarten in Mechelen. Zij en haar man schonken ons drie fijne kleinkinderen. In 1986 kregen we een derde dochter en zij studeerde geschiedenis en behaalde na een master in Leuven een tweede master in Utrecht, waarna ze terugkeerde naar België om te doctoreren. Samen met haar man werkt ze aan de Radbouduniversiteit en ze wonen met hun tweejarig zoontje in Nijmegen. Daarna kregen we een zoon in 1991. Hij studeerde geneeskunde en werkt als spoedarts in Sint-Niklaas, maar woont ook in Mechelen.
De kinderen zijn uitgezworven maar jullie blijven Brussel trouw…
We wonen hier sinds 1980. Toen waren er nog vijf kerken actief met vijf Nederlandstalige weekendvieringen. De Sint-Denijskerk van Vorst was onze parochiekerk en is een prachtig oud kerkje met nog romaanse delen. In die jaren was Jeanne Bouchier een van de grote trekkers van de Vlaamse pastoraal. Via haar vonden we de weg naar de parochie. Ria speelde vroeger al orgel in de jeugdmissen in Stene-Oostende en ik leidde de zang. We komen allebei uit actieve gezinnen en ook onze ouders waren actief in de pastoraal. Als student gingen we in Leuven naar de universitaire parochie en leerden er de Nederlandse theoloog en dichter Huub Oosterhuis kennen. Hij kon op een heel aangrijpende manier de Bijbel dichter bij ons brengen. Oosterhuis heeft enorm veel mensen geïnspireerd en ook ons. Veel van zijn teksten zijn op muziek gezet. We gebruikten veel van die liederen in de jeugdmissen, ook in Vorst. Die liederen geven ons geloof meer inhoud. We waren dan ook heel blij toen hij een eredoctoraat kreeg in Amsterdam, een publieke erkenning als theoloog voor een uitgetreden priester.
In onze parochie in Vorst was broeder Alfons actief met een parochiekoortje. Hij begreep al heel snel dat wij meer muziek kenden en vroeg om de leiding van het koor over te nemen. We hebben in Vorst inspirerende priesters gehad. We denken aan Frans Van de Peer en Frans Vandevenne; de witte paters Willy Delbeke en Jef Schreurs, Louis Visschers. Na het overlijden van Willy Delbeke kwam José Defruyt, een oblaat die eerst in Zuid-Afrika had gewerkt en vervolgens vijftien jaar in Japan. Daarna werd hij halftijds aangesteld in de gevangenis van Vorst en halftijds in onze parochie. Tenslotte hadden we ook Jacob Debruyne, een norbertijn.
Toen we versmolten met Sint-Gillis en nog later de pastorale eenheid Brussel-Zuid werden, leerden we ook Marcel Cloet, Jan De Koster en Walbert Defoort kennen. Allemaal mensen die ons hebben geïnspireerd. Met Jan De Koster hebben we nog altijd goede contacten, ook al is hij met pensioen.
Dus niet alleen in Schaarbeek en Evere maar ook hier in Vorst en Ukkel heeft de pastoraal een hele weg afgelegd.
Na het pensioen van Jan De Koster hadden we geen aangestelde priester meer en hebben we met verschillende mensen de handen in mekaar geslagen en hebben we bij monseigneur Kockerols aangedrongen om de zondagsviering te behouden. Alternerend een eucharistieviering met priester en een woorddienst die we met enkelen zelf voorbereidden.
Ik ben van oordeel dat de kerk te lang een kerk van priesters is geweest. We moeten een kerk van gelovigen maken. Ook een woorddienst is heel zinvol en de huidige wind is die aanpak goedgezind. Vandaar trouwens onze nieuwe naam sinds onze samenwerking: Paulusgemeenschappen. Net zoals Paulus trekken de pastores rond om her en der de eucharistievieringen voor te gaan. Voor de voorbereiding van de eucharistievieringen en het voorgaan in de woorddiensten kunnen we rekenen op een drietal mensen of duo’s die dat heel goed voorbereiden: Luc en Clara, Marc (en Godelieve zaliger) en wijzelf. Daar hebben we veel geluk mee. Dat loopt heel goed. We zijn een hechte kleine gemeenschap.
Ook de andere taken zijn goed verdeeld. Zo volgt Luc Derveaux alles op wat met initiatie en het vernieuwde model te maken heeft. Marc Vansteenkiste neemt het tijdelijke op zich en Hilde Baccarne de communicatie. Ria bespeelt het orgel en ikzelf leid de zang in de vieringen en ben voorzitter van de pastorale ploeg. We doen het allemaal graag. We kunnen rekenen op goede ‘trekkers’ en proberen zo goed mogelijk voort te doen.
Hoe ziet u de toekomst?
J.: eucharistievieringen en woord-en-gebedsdiensten staan niet haaks op elkaar. Voor mij zijn eucharistie en woorddiensten geen tegengestelden. Beide zijn mogelijk en heel zinvol en kunnen elkaar aanvullen. Belangrijk is dat we de mensen in beweging krijgen en dat ze zelf hun kerk in handen nemen. Stap voor stap. De draagkracht van mensen moeten we ook goed in het oog houden. Als we een beroep doen op iemand mag dat niet wurgend zijn.
Beste Jef en Ria, bedankt voor jullie verhaal en vooral bedankt voor zovéél inzet! Het is heel hartverwarmend hoe jullie gemeenschap draait dankzij de inzet van zovelen. Doe zo voort!
Ria V.A.