Op 14 september vieren we het feest van de Kruisverheffing. Het is geen onbelangrijk feest: wanneer 14 september, zoals dit jaar, op een zondag valt, vervangt het zelfs de gewone zondagsliturgie (de 24e zondag door het jaar). Ook in de Orthodoxe en Anglicaanse wereld wordt het gevierd, wat onderstreept dat het feest tot de oudste lagen van de christelijke traditie behoort. Het "toeval" van de kalender maakte dat ikzelf op een 14e september priester gewijd werd. Het geeft dat ik altijd ook op persoonlijk vlak een sterke band heb met dit feest.
Oorsprong van het feest
De wortels van dit feest gaan ver terug in de tijd. Enerzijds is er de terugvinding van het kruis waaraan Christus is gestorven in het jaar 325. Dat gebeurde door Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote. Constantijn was de keizer die in 313 het tot dan toe verboden christendom had toegestaan in het Romeinse Rijk. Het verhaal wil dat Helena op hoge leeftijd naar Jeruzalem trok en daar inderdaad resten van het kruis aantrof. Vanaf dat ogenblik werd jaarlijks op 3 mei de terugvinding van het Heilig Kruis gevierd.
Op de plaats waar het kruis gevonden werd, samen met de graftombe waarin Jezus na zijn dood werd begraven, liet Constantijn een indrukwekkend kerkgebouw oprichten: de H. Grafkerk van Jeruzalem, die tot vandaag een van de belangrijkste bedevaartplaatsen van de wereld is. De kerkwijding van deze kerk werd gevierd op 13 september; de dag erna vierde men de Kruisverheffing. Later werden deze twee herdenkingen samengevoegd tot het huidige feest op 14 september.
Betekenis van het kruis
Je zou kunnen zeggen dat dit feest ons opnieuw naar Goede Vrijdag brengt, maar dan buiten de context van de Goede Week. In plaats van te midden van het lijdensverhaal stil te staan bij het kruis, krijgen we nu de kans om in alle rust naar dit ene teken te kijken. De nadruk ligt daarbij niet zozeer op het lijden zelf, maar op de verlossing die Christus heeft gebracht.
Het kruis, dat in de tijd van de Romeinen enkel een teken van marteling en schande was, wordt door dit feest getoond als teken van overwinning en hoop. Dat wordt in de liturgie zichtbaar wanneer het kruisbeeld aan de gelovigen wordt getoond – zoals dat nog steeds gebeurt op Goede Vrijdag. Daarbij klinkt de oude acclamatie: “Dit is het kruis waaraan de redder van de wereld heeft gehangen.” En de gemeenschap antwoordt: “Wij aanbidden U, Christus, en loven U, omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt gered.”
Zelfgave en verzoening
Wat we vieren, is dat Jezus zichzelf helemaal heeft gegeven – niet voor zichzelf, maar omwille van de mensheid. Het thema van de “zelfgave” komen we ook tegen in het werk van de schilder Felix De Boeck, die het in talloze varianten uitbeeldde. Vaak blijkt dat precies op het moment dat iemand ophoudt enkel te kijken naar zijn eigen belang, en leert om te zien naar het belang van anderen, conflicten tot bedaren komen en verzoening mogelijk wordt.
Het feest van de Kruisverheffing nodigt ons uit om het kruis niet enkel als een oud symbool te zien, maar als een teken dat spreekt tot ons dagelijks leven. Waar mensen zichzelf leren geven, waar eigenbelang niet de bovenhand krijgt, daar wordt iets zichtbaar van de kracht van Christus’ kruis.
Zo is de Kruisverheffing geen herhaling van Goede Vrijdag, maar een uitnodiging om dit ene teken centraal te stellen in ons geloofsleven. Het leert ons dat het kruis niet het einde is, maar de weg naar leven en verlossing. Het is een feest dat ons oproept om telkens opnieuw te vertrouwen dat waar zelfgave en liefde sterker zijn dan eigenbelang en macht, daar ook vandaag verzoening en nieuw leven mogelijk worden.
Tony Frison