In dit nieuwe jaar 2025 bidden we van 19 tot en met 26 januari ‘voor de eenheid van alle christenen’ met de specifieke vraag: “Geloof je dat?” (Joh. 11,26). Waar vroeger het verschil met de andere christelijke kerken werd benadrukt zoekt men nu wat ons bindt in het geloof. Naast de oudere tradities binnen de kerk, zoals de orthodoxen, katholieken en protestanten, hebben we nu ook vele evangelische kerken. Maar allen geloven in dezelfde God, Jezus, en de Heilige Geest! Dat gedeelde geloof werd reeds 1700 jaar geleden (!), op het Eerste Christelijk Oecumenisch Concilie van Nicea bij Constantinopel (325 na Christus), benadrukt door eenzelfde gemeenschappelijke geloofsbelijdenis. De tekst van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is nadien door geen enkel oecumenisch concilie meer gewijzigd. Deze geldt tot op de dag van vandaag formeel (met ondergeschikte tekstuele varianten) als de geloofsbelijdenis van alle christenen. Het is de wil om samen te geloven, met respect voor ieders eigenheid.
In de eucharistie hebben we de keuze tussen twee geloofsbelijdenissen, de eerste lange is die van Nicea-Constantinopel, en de tweede korte versie wordt de ‘apostolische geloofsbelijdenis’ genoemd. De tweede geloofsbelijdenis wordt meer gebruikt tijdens het doopsel of de doopselhernieuwing. Ze is bekend onder de naam ‘Twaalf artikelen van het geloof’. Beide geloofsbelijdenissen hebben dezelfde structuur: eerst over het geloof in God de Vader, dan in zijn Zoon en in de Heilige Geest, en tenslotte over de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk. Omdat in de tweede, kortere geloofsbelijdenis niet expliciet wordt verwezen naar de Triniteit speelt het filioque-probleem hier niet, maar wel in de eerste, langere versie. Wat is dat probleem?
In de Latijnse versie van de geloofsbelijdenis van Nicea staat er: “Ik geloof in de Heilige Geest, die voortkomt uit de Vader én de Zoon”. Deze latere, ogenschijnlijk kleine toevoeging van het woordje filioque (én de Zoon) was een van de oorzaken van het schisma tussen de Kerk van Rome en de oosters-orthodoxe kerken in 1054. De orthodoxe kerk wil de Zoon niet volledig gelijkwaardig stellen aan de Vader binnen de Heilige Drie-eenheid. Jezus ging tenslotte terug naar zijn Vader om de Heilige Geest te kunnen sturen (Lukas 24, 49). Volgens de orthodoxe kerk komt daarom de Heilige Geest uit de Vader, over zijn Zoon Jezus, tot ons. Voor de katholieke kerk komt de Heilige Geest echter uit God én zijn Zoon, Jezus Christus. Een mogelijke verbroedering van deze twee theologische visies is door te begrijpen dat voor de orthodoxe christenen de oorsprong van de genade (gave van de Heilige Geest) belangrijk is, namelijk God (Joh. 14,26a). Voor de katholieken is het resultaat, de ervaring van de genade die ons door ons geloof in God én Christus gegeven wordt, belangrijk (Joh. 14, 26b). De ene kijkt dus naar de oorsprong van de genade en de ander naar de gave van de genade, het einde van het genadeproces.
De vaders van het Concilie van Nicea streefden naar de juiste bewoording om het volledige mysterie van de menswording, passie, dood en opstanding van de Heer te omvatten. Deze uitdaging gaat heden ten dage nog steeds voort. Iedere gelovige christen is uitgenodigd om over de geloofsbelijdenis na te denken vanuit zijn of haar eigen geloof. De vraag ‘Geloof je dat?’ is een uitnodiging, geen gebod. In de verwachting van Jezus’ wederkomst zijn christenen wereldwijd geroepen om gezamenlijk te getuigen van hun geloof in de verrijzenis, de bron van hoop en vreugde, die zij met alle volkeren willen delen.
De oecumenische viering in Brussel zal plaatsvinden op donderdag 23 januari in de Protestantse Kerk Brussel, Nieuwe Graanmarkt 8, om 19 u. Deze dienst wordt voorbereid door het Brussels Interkerkelijk Comité. U bent welkom!
Pastor Peter Baekelmans