Christoph Vekeman gaf in de Onze-Lieve-Vrouw van Finisterraekerk in de Nieuwstraat een voorstelling van zijn nieuwste boek “Tot God”. Christoph Vekeman(30/12/72), die psychologie aan de UG studeerde, is een Vlaamse schrijver en debuteerde in 1999 met “Alle mussen zullen sterven” en bracht naast gedichten ondertussen nog 16 andere boeken uit. Tot God is zijn achttiende boek. Hij schrijft wekelijkse columns in de Standaard en publiceerde ook al in De Morgen. Voor Klara verzorgt hij elke week een boekenrubriek in het programma Pompidou.
In een opmerkelijk dubbelinterview met Kristien Hemmerechts in De Standaard begin dit jaar (9/03) had Christoph Vekeman zich reeds op de kaart gezet als gelovig. In zijn nieuwste boek geeft hij een verslag van zijn zoektocht naar geloof. Dat verslag is doorspekt met existentiële vragen, spiritualiteit en filosofische en theologische benaderingen. Donderdagavond gaf hij in een bijna 2 uur durende uiteenzetting, die mij geen moment verveelde, een inkijk in zijn ervaringen en denken.
De worsteling met geloof is aanwezig van in zijn jeugd ; zijn vader was organist, zijn grootvader koster terwijl zijn moeder de wekelijkse eucharistie probeerde te ontlopen. Na zijn humaniora aan het Sint-Jan Bergmanscollege in Antwerpen, ging hij studeren aan de UGent, omwille van professoren als Jaap Kruithof en Etienne Vermeersch die een duidelijke atheïstische stempel hadden. Hij was aanhanger van schrijvers zoals Willem Frederik Hermans, Claus en Tsjechov die een nihilistisch wereldbeeld voorstonden. Desondanks zou hij jaren - wat hij noemde - schoorvoetend twijfelen. Vragen onder andere over de Almachtigheid van God en of het leven van de mens nu evenwaardig was aan het leven van een plant deden hem noch in de ene noch in de andere richting overhellen.
Tot hij een onuitwisbare ervaring meemaakte in de Holy Trinity Church in Oxford. Of zoals hij het zelf beschrijft : “Ik hoorde een stem die geen stem was die zei dat ik moest luisteren. Ik hoorde een lied dat ik zelf nog moest componeren, ik kon het horen en ik hoorde het.” Nadien nam Christoph ons mee in zijn zoektocht naar geloof via de rationaliteit zoals hij het zelf verwoordde. Hij daagt gelovigen en niet-gelovigen uit om na te denken over Christus, over de moraliserende tendens in de maatschappij, over waarheid, over het evangelie. Het was een swingende getuigenis over hoe hij niet anders kon dan geloven en vertellen wat hem is overkomen. Wat oorspronkelijk begonnen was met 6 gedichten groeide uit tot een boek, waarvan hij eerst niet wist wat er mee aan te vangen. Moet het uitgegeven worden? Is er wel iemand in geïnteresseerd?Gelooft mijn uitgever er in? Op aanraden van zijn vrouw, die de auteur meermaals als zijn steun en toeverlaat omschreef, heeft hij het voorgesteld aan zijn uitgever.
Op de vraag wat hij verwacht van het boek antwoordde hij ootmoedig dat hij voelde dat hij het boek moest schrijven en als het ware overgenomen werd tijdens de redactie ervan. Christoph Vekemans is blij dat hij het geschreven heeft en zou daar graag de 17 andere voor ingewisseld hebben. Uit de eerste reacties op het boek blijkt dat er op “God” in onze zogezegde geseculariseerde maatschappij nog altijd zeer gepolariseerd wordt gereageerd. Na de vragen uit het publiek te hebben beantwoord, werd de bevlogen getuigenis afgesloten met een gedicht dat de schrijver geschreven had voor zijn vrouw. Alvorens terug naar huis te keren, konden de aanwezigen bij een drankje nog even van gedachten wisselen over het narratief en de filosofische en theologische redeneringen waarmee de schrijver ons op uitzonderlijke wijze wist te besprenkelen.
Kris Wauman