Op de eerste dag van de week…
“Zij waren één van hart en geest” (Handelingen 2, 42-47). De evangelist Lucas schetst hier het ideaal van een christengemeenschap. Precies een vakantiefoto. Iets wat we graag aan de muur hangen als herinnering aan wittebroodsweken. Kijk maar: allemaal volgen ze trouw de leer van de apostelen, zijn ze vol godsvertrouwen, eensgezind en solidair. Te mooi om waar te zijn, fake news. Het ‘gewone’ leven, met zijn geruzie en chaos, zal er ondertussen ook wel zijn gang gaan zeker? En ja, nog geen twee bladzijden verder is het prijs: jaloezie, bedrog in de collecte, noem maar op. Maar met dat eerste rozige verhaal lijkt Lucas aan te kondigen dat een nieuw tijdperk definitief gestart is. De eindtijd is ingezet. Vanaf vandaag is die broederschap geen onmogelijke droom meer. Niet alleen is het doenbaar; het is de enige optie die ons rest.
Natuurlijk loopt het niet vanzelf. Zo vlak na Pasen hoor je nergens Alleluia-gejubel. Jezus’ volgelingen hebben dan ook nog heel wat te verwerken. Hoe begon het weer? Eerst zet Johannes de Doper een volksbeweging in gang. Op een dag roept hij Jezus uit tot de langverwachte Koning van Israël. Dan trekt die ‘Gezalfde’ langs dorpen en steden. Een hoopje bewonderaars volgen hem op de voet. Toegegeven, geen plezante triomftocht zo zonder reiszak, alleen vertrouwen op gastvrijheid en een glas water onderweg. Maar ze geloven vast in de overwinning. Morgen is alle miserie voorbij. Kijk maar, er zijn tekens die dat bewijzen: doven horen, blinden zien…
Langs de andere kant zijn er van die ‘verstandige’ zielen, religieuze leiders onder hen, die daar op voorhand hun bedenkingen bij hebben. Volksopstanden eindigen hier meestal in een slachtpartij, weten ze. Het is dus beter dat er één rebel of twee-drie sterft dan dat heel ons volk eraan gaat. En dan volgt op algemene aanvraag een doodvonnis. Weg met Hem.
Na Golgota schuilen wij liever in kelders, denken Jezus’ volgelingen. Of we keren beter naar huis. Ze hebben onze leider geliquideerd; voor hetzelfde geld kunnen ze ook ons nog koud maken. Wat hebben we ons toch laten wijsmaken? Wij haken af. We laten ons niet langer voor de zot houden…
“Als de Heer het huis niet bouwt, werken de bouwers voor niets” (Psalm 127). De verrezen Heer grijpt in op eigen initiatief. Dit is het kenmerk van Israëls geloof: de overtuiging dat God tussenkomt, op Zijn tijd. De Redder komt ‘op de derde dag’, is een andere Joodse spreuk. Maar Jezus komt nu al op de ‘eerste dag’! (Johannes 20, 19). Angstige leerlingen zitten samen. In gebed, hun godsvertrouwen is er blijkbaar nog. Zo ongeveer toch, als een mosterdzaadje. “Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer” (Psalm 34). En plots staat Jezus daar. Als een therapeut vindt hij precies dát genezend woord waar elkeen nu behoefte aan heeft. Voor Thomas is dat: “Kom bij mij en kijk”. Vergeet Goede Vrijdag niet. Je kan niet blijven wegkijken van pijn en verlies. Kom, ik blijf bij u.
Kijk rustig. Kijk dieper. Doorzie. Zo draagt onze Heer en onze God ons voort doorheen alles.
Pater Ludwig, sj.