In de aankomsthal in de luchthaven in Zaventem wachten altijd mensen met een bordje in de hand. Daarop in grote letters de naam van een persoon of van een groep. Familieleden of vrienden hebben zulke bordjes niet nodig. Ze herkennen elkaar al van ver en beginnen meteen te zwaaien. Taxichauffeurs, reisorganisatoren of hulpdiensten hebben ze wel nodig. Ze kennen hun reizigers nog niet.
Wie iemand moet afhalen die hij niet kent, is blij wanneer die zijn naam herkent en op hem afkomt.
En wie aankomt in een vreemd land of in een ongekende luchthaven, is opgelucht zijn naam te zien en iemand die hem verwacht. Het bordje met de naam maakt dat onbekenden elkaar de hand kunnen schudden, de reiziger en de gastheer. Binnenkort begint de advent. Advent betekent niet ‘het komt’ maar ‘Hij komt’ en dat is een groot verschil.
‘Hij komt’ gaat in de advent over niemand minder dan Jezus. Stel je even voor dat Jezus zou landen op Zaventem en dat wij Hem moesten afhalen. Hoe zouden wij Hem herkennen in de massa? Hoe zou Hij ons herkennen? Ik ben niet zeker dat wij Hem zouden herkennen. In welk type mens zou Hij aankomen? Blank of zwart? Iemand met of zonder boord en das? Een reiziger met veel of weinig bagage? Een stille of een luidruchtige persoon?
Hoe zouden wij kunnen weten dat Hij het is? We zouden lang staan twijfelen, indien Hij niet zelf op ons toekwam, op ons bordje met zijn naam erop.
En omgekeerd, hoe zou Jezus kunnen weten dat wij op Hem staan te wachten? Hoe zou Hij kunnen weten wie thuis voor Hem een kamer en een maaltijd heeft klaargemaakt, indien wij niet een bordje voor Hem opstaken met daarop zijn naam? Advent is niet zomaar rondkijken of gadeslaan. Het is uitkijken met een bordje in de hand, daarop de naam van Hem die we verwachten. ‘Jezus’ in dit geval.
Tot de dag van vandaag trekt Jezus als reiziger of als vreemdeling door deze wereld.
Hij heeft geen vaderland, geen vast adres. Hij verblijft waar Hij welkom is en reist vervolgens verder. Hij laat zich afhalen door wie Hem genegen zijn en Hem verwachten. Hij vergezelt hen naar hun huis, zit bij hen aan tafel, luistert naar hen en praat met hen. Hij laat een aandenken achter en belt hen later nog eens op. Meer heeft Hij niet nodig. Zo trekt Jezus draden door deze wereld en weeft Hij aan een netwerk van verbinding.
Hoe kan Jezus weten waar Hij welkom is?
Durven wij een bordje met zijn naam erop omhoog te houden? Want daar durft het wel eens te wringen. We willen graag Kerstmis vieren, maar durven onszelf niet zo goed te verbinden met de naam van Jezus. We houden ons bordje met zijn naam liever verborgen, onder een dikke winterjas. Zo werkt het echter niet.
Wie Jezus met Kerstmis wil ontvangen, moet Hem eerst persoonlijk gaan afhalen, bescheiden en toch zichtbaar.
Dat is werk voor de advent.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.