Denk even mee na
- Volgens Hilde Kieboom maakt Franciscus van Assisi in verschillende opzichten duidelijk wat het betekent aan vrede te werken. Hoe doet hij dat?
- Vrede is de ander ongewapend tegemoet treden, zoals Franciscus deed toen hij midden de kruistochten op bezoek ging bij de sultan. Hoe moeilijk of makkelijk ‘ontwapen’ jij, wanneer zich een meningsverschil of conflict voordoet? Ga je twisten? Poog je gelijk te halen? Welke ‘wapens’ durf je gebruiken?
- Er bestaat maar vrede als je kan omhelzen waarvan of van wie je walgt (cfr. Franciscus die een melaatse kust). Akkoord met deze stelling?
- Jezus zei: Bemin je vijand. Gaat dat erover?
Ontdek het vormingspakket Religies brengen mensen samen van CCV, IJD en het vicariaat onderwijs in het bisdom Gent
Meer over Franciscus
Franciscus van Assisi (1181-1226) leefde in een woelige tijd. Conflicten tussen paus en keizer, tussen steden en staten, tussen gevestigde adel (maiores) en opkomende burgerij (minores). Een tijd vol wapengekletter, waaraan ook de jonge Franciscus deelneemt. Assisi in burgeroorlog tegen Perugia. Kruistocht(en) tegen de Saracenen (moslims), die Jeruzalem en het heilig land bezetten.
In 1205 keert zijn leven radicaal om. Hij komt tot het plotse besef gewelddadig te zijn in naam van de wereldse gezagsdragers, in plaats van de echte Heer te dienen die vrede brengt. Hij besluit te deserteren en verkoopt zijn wapenrusting, tot schande van zijn familie en spot van zijn medeburgers. Zijn vader zal hem zelfs onterven, waardoor hij materieel en sociaal ‘arm’ wordt. De ontdekking van de eigen armoede wordt voor Franciscus de sleutel tot het open komen voor God. Zoals André Jansen schrijft: ‘Franciscus zegt dat je je niets mag toe-eigenen. Dat is meer dan moraal. Het borrelt op uit een diepe relatie. Hij is geworteld in God, en juist dat maakt hem innerlijk vrij. (André Jansen, Franciscus van Assisi. Mysticus van nabijheid, Antwerpen, Halewijn, 2013. Een interview met de auteur verscheen in Kerk en Leven, 2 oktober 2013.)
De ontmoeting met de melaatsen die in de omgeving van Assisi verblijven, vormt de ultieme confrontatie voor Franciscus. Eerst roept ze afkeer en walging op. Maar deze armen en uitgestotenen brengen hem op het spoor van de Uitgestotene bij uitstek, Jezus van Nazareth, de gekruisigde. Die beantwoordde geweld niet met tegengeweld, maar nam de uitstoting positief op zich en werd zo een kracht van verzoening en verlossing.
Dé oer-gebeurtenis is Franciscus die de melaatse kust. In zijn ontmoeting met de melaatsen gaat het om meer dan moraal. Iemand nabij komen kan slechts als je jezelf in de ander herkent. Als je werkelijk de naaste van de ander wordt. Echte armoede is dat er niets tussen de ander en mij staat. (André Jansen)
Wanneer Franciscus volgelingen krijgt, ontstaat de orde van de Franciscanen of mindere broeders. De naam is een programma: wie onder mensen de meerdere wil worden, moet de dienaar (mindere) van allen zijn. Niet met bezit en macht schep je verbondenheid, maar pas in armoede en onteigening ontstaat ruimte voor echte nabijheid en menselijkheid.
Vanuit ditzelfde perspectief onderneemt Franciscus in 1219 tijdens de kruistocht een persoonlijke vredesmissie naar de sultan van Damiate, waar hij hoffelijk wordt ontvangen en spirituele gesprekken voert. Zijn benadering van de islam is dialogisch avant la lettre en geeft een beeld van God die uitnodigt om in een geest van vrede onder andere mensen te gaan, hun werk en leven te delen en zo te midden van hen Zijn aanwezigheid te ontdekken. Zo is een belangrijke regel van Franciscus in de omgang met andersdenkenden en andersgelovigen o.a. de afwijzing van woordenstrijd. Armoede, dienstbaarheid, geweldloosheid zonder wapenen, zelfs zonder het wapen van het woord, gingen voor hem hand in hand. .
Franciscus overlijdt in 1226 en wordt op 16 juli 1228 door paus Gregorius IX heilig verklaard.
Een man van vele wegen
Franciscus stond voor de allerhoogste kwaliteiten waar een mens naar kan leven. We noemen er zeven. Zeven wegen om mens te zijn. Zie Hein Stufkens, Het zevenvoudige pad van Franciscus van Assisi, Deventer, Ankh-Hermes, 2000.
Lees deze zeven wegen rustig door, één voor één, en sta bij elk een tijdje stil. Wat roept elke weg bij je op? Welke weg spreekt je het meest aan?
- Ik buig in liefde en dankbaarheid voor het mysterie en ik open mijn hart vol mededogen voor al wat leeft.
- Ik zie alle schepselen als mijn broeders en zusters en ik draag ze zoals ik zelf gedragen zou willen worden.
- In overgave vind ik vrede en ongewapend ga ik de weg. Vrede wens ik vriend en vijand.
- Niets en iemand eigen ik mij toe; ik leef eenvoudig en alles wordt mij geschonken.
- Ieders dienaar ben ik, niemands slaaf; zo geef ik gehoor aan mijn roeping.
- Belangeloos ga ik om met de mensen, in ieder groet ik het licht.
- In vreugde leef ik dit leven, om mijn lippen zowaar een glimlach.
Bidden met Franciscus
Gebed van Franciscus:
Heer,
Maak mij een werktuig van uw vrede.
Laat mij, waar haat is, liefde brengen,
waar onrecht is tot vergeving stemmen,
waar verdeeldheid is, eendracht stichten,
waar dwaling is, waarheid doen gelden,
waar twijfel is, geloof vestigen,
waar wanhoop is, hoop wekken,
waar duisternis is, licht ontsteken,
waar droefheid is, vreugde brengen.
Laat me er meer op uit zijn
om te troosten dan om getroost te worden,
te begrijpen dan om begrepen te worden,
te beminnen dan om bemind te worden.
Want als men geeft… ontvangt men,
als men vergeeft, krijgt men vergiffenis,
en door te sterven,
wordt men voor eeuwig geboren.