‘Heilige vrouwen bij het graf’, geschilderd door Maurice Denis
Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was, gingen zij naar het graf. Binnengetreden in het graf zagen ze tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad. Maar hij sprak tot haar: “Schrikt niet, Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. (Mc. 16, 2.5-6)
‘Heilige vrouwen bij het graf’, geschilderd door Maurice Denis (1894)
Het schilderij hangt in het Musee Maurice Denis in St. Germain-en-Laye (Frankrijk).
Bekijk het schilderij hier.
Maurice Denis heeft deze prent geschilderd in 1894. Zijn inspiratiebron is tweevoudig, het bijbelse thema, natuurlijk; maar tevens een stukje persoonlijke levensgeschiedenis.
De verschijningsverhalen in de liturgie van de Paastijd beginnen vaak met Jezus’ woorden: ‘Vrede zij met U’. Ook deze prent straalt vrede uit. Het drama is voorbij. Het ritme is traag en sereen. Er is geen haast. Buiten is het nog frisjes. Drie vrouwen met een klein meisje naast hen wandelen op de Paasmorgen 1894 over het tuinterras van het huis van de kunstenaar in St. Germain en Laye bij Parijs. Er hangt nog schaduw, in een blauwe ochtendnevel. Maar op de achtergrond zie je hoe het morgenlicht doorbreekt op het weggetje, doorheen de bomen. Op de achtergrond zie je hoe het morgenlicht doorbreekt op het weggetje, doorheen de bomen. De zon verlicht de muren van de tuin en de huizen. In de verte, tussen de takken van de bomen, zie je twee vrouwen op de baan. Ze hebben het mausoleumtempeltje verlaten. Langs dat padje waar alles reeds in bloei staat, keren zij naar de stad terug.
Het tuinterras op de voorgrond staat nog in de schaduw. De drie vrouwen op de voorgrond staan er beteuterd bij, ontgoocheld en in zichzelf gekeerd. Ook zij waren vroeg in de ochtend naar het graf gegaan met welriekende kruiden. Twee engelen aan de overzijde komen hen tegemoet. Ze dragen hetzelfde witte kleed als zij. Ze houden de handen geheven, maar dat zien de vrouwen niet. Hun droefheid is te groot. De engel spreekt: ‘Schrikt niet, Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier.’ De vrouw het dichtst bij de toeschouwer is de echtgenote van de kunstenaar, zij is zwanger. Het meisje is hun oudste kind. De drie vrouwen, symbool van de drie Maria’s, zijn ingekeerd en beginnen te luisteren van binnenuit. De ontgoocheling wijkt met het ochtendgloren. Door de ontgoocheling heen groeit hun vertrouwen in het engelenwoord, gesymboliseerd in de zwangere vrouw. Zij voelen dat Hij leeft zoals de jonge vrouw het nieuwe leven in haar schoot draagt. Het is deze doorgang, deze ‘pascha’ van verdriet en ontgoocheling naar uitzicht, van duisternis naar licht, van dood naar leven, van leegte naar volheid die we aan den lijve ondervinden tijdens de paaswake. We nemen als gedoopten met Christus deel aan deze doortocht.
Op Pasen 1894 kon Denis het niet laten om een Paastafereel te schilderen dat plaats heeft in zijn tuin, als een gebeuren binnen handbereik. Eigenlijk schildert hij het goede nieuws: zijn vrouw draagt het prille nieuwe leven in haar schoot. Geloof in de verrijzenis en het uitzien naar de geboorte van een kind is voor Denis één geheim van geloof en liefde. “Liefde is een daad van geloof” schreef hij al op 8 november 1891 aan zijn vrouw. Door het kind dat zij nu draagt wordt zijn vrouw bemiddelaar van geloof en liefde, bode van de opgestane Christus in zijn eigen leven.
“Wanneer de vrouw gaat baren is zij bedroeft omdat haar uur gekomen is; maar wanneer zij het kindje ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan de pijn, van blijdschap dat er een mens ter wereld is gekomen. Zo zijt ook gij nu wel bedroefd, maar wanneer ik u zal weerzien, zal uw hart zich verheugen en uw vreugde zal niemand u kunnen ontnemen” (Joh. 16, 21-22)
Mark Delrue, priester van het bisdom Brugge en kunstkenner
Terug naar overzicht