Postrevolutionair klimaat
Volgens de Canadese filosoof Charles Taylor leven we met betrekking tot het christendom niet meer in een revolutionair klimaat, maar wel in een postrevolutionair klimaat. In Vlaanderen en Nederland heeft de evolutie van een revolutionair naar een postrevolutionair klimaat zich in een korte tijdspanne van een halve eeuw voltrokken.
In de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw was er duidelijk sprake van een strijd tussen de vrijzinnigen en de katholieken (revolutionair klimaat). Dit resulteerde in de maatschappelijke verzuiling, in de levensbeschouwelijke opdeling van onderwijs, ziekenhuizen, vakbonden, politieke partijen, kranten enzovoort. In de jaren zestig, de periode van het Tweede Vaticaans Concilie, werd deze tweedeling echter geleidelijk afgezwakt. Het onderscheid tussen gelovigen en niet-gelovigen verloor aan scherpte. Rond het jaar 2000 is het onderscheid volledig verdwenen. De strijd lijkt gestreden te zijn en het pleit definitief beslecht in het voordeel van degenen ('the brights') voor wie elk spreken over bijvoorbeeld goddelijke transcendentie hopeloos verouderd is. We leven nu in een postrevolutionair klimaat: het spreken, het nadenken over en geloven in een transcendente werkelijkheid lijkt definitief te hebben afgedaan. Guido Vanheeswijck tracht met zijn betoog net het tegenovergestelde te bereiken: we moeten deze dynamiek van niet spreken durven doorbreken en net opnieuw openheid creëren voor het transcendente in het westerse denken.
Bronnen:
G. Vanheeswijck, Onbeminde gelovigen, Kalmthout, Polis, 2019, p. 91-92.
G. Vanheeswijck,'Traditie zonder inhoud? Het christendom is geen 'culturele' pasmunt', opinie in Knack: https://www.knack.be/nieuws/belgie/traditie-zonder-inhoud-het-christendom-is-geen-culturele-pasmunt/article-opinion-1137927.html?cookie_check=1600873040