Roosje is de vertaling van de Griekse naam Rhode. Het boek Handelingen stelt haar voor als een dienstmeisje. Ze verschijnt op een spannend moment in het verhaal. Petrus is immers zopas uit de gevangenis ontsnapt en zoekt toevlucht in een huiskerk waar enkele van zijn medegelovigen verzameld zijn.
1. Bijbeltekst volgens Handelingen 12,12-17 (NBV)
12Toen dit tot hem was doorgedrongen, ging Petrus naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus, waar een groot gezelschap bijeen was gekomen om te bidden.
13Nadat hij op de deur van het voorportaal had geklopt, kwam er een dienstmeisje, dat Roosje heette, om open te doen, 14maar toen ze de stem van Petrus herkende, was ze zo blij dat ze vergat de deur te openen en naar binnen rende om te zeggen dat Petrus voor de poort stond.
15‘Je bent niet goed wijs,’ zeiden ze tegen haar, maar ze bleef volhouden dat het echt zo was. ‘Dan is het zijn beschermengel,’ zeiden ze ten slotte.
16Intussen stond Petrus nog steeds aan de poort te kloppen. Toen ze dan toch opendeden, zagen ze tot hun verbazing dat hij het was. 17Hij gebaarde dat ze moesten zwijgen en legde uit hoe de Heer hem uit de gevangenis had bevrijd. Daarna zei hij: ‘Stel Jakobus en de anderen hiervan op de hoogte’. Toen vertrok hij naar elders.
2. Waar gaat het verhaal over?
Valérie Kabergs geeft in onderstaande podcast wat exegetische duiding bij het verhaal: