De drie kernwoorden die in dit fragment centraal staan: zelfbeschikking, immanent frame en Othello-syndroom worden in deze verwerking aan de hand van verschillende werkvormen eigen gemaakt. De eerste verwerking daagt je uit om te onderzoeken of een keuze die je gemaakt hebt een autonome en een authentieke keuze was. De tweede verwerking is een oefening in het spreken over de dimensie van het geloof die het immanente doorbreekt. De laatste verwerking staat stil bij de mogelijkheid dat God ons liefheeft.
Je kunt dit stukje als een persoonlijke oefening zien – zie punt 1;
Je kunt je persoonlijke verwerking in groep brengen – zie ook punt 1;
Als je in team bent kun je ook een gezamenlijke beslissing of keuze van de groep bespreken – zie punt 2.
1. Haal je een belangrijke beslissing voor de geest die je onlangs (of ooit) genomen hebt.
Vraag naar de autonomie: Heb ik die keuze zelf gemaakt? Of heeft iemand anders mij in een bepaalde richting geduwd?
Op basis waarvan heb ik die keuze gemaakt? Op basis waarvan heb ik de beslissing genomen? Wat heeft mij geleid?
Vraag naar de authenticiteit: Is de keuze die je gemaakt hebt of de beslissing die je genomen hebt in overeenstemming met wat je belangrijk en waardevol vindt?
Vind je die keuze of beslissing zinvol en betekenisvol, als je er vandaag op terugkijkt?
2. Als je dit in team bespreekt, kan het ook gaan om een keuze die jullie als team gemaakt hebben. Haal jullie een belangrijke beslissing voor de geest die jullie onlangs of vroeger genomen hebben.
Vraag naar de autonomie: Hebben wij als team het gevoelen dat we de keuze zelf hebben gemaakt? Of hebben anderen ons in een bepaalde richting geduwd?
Op basis waarvan hebben wij die keuze gemaakt? Op basis waarvan hebben wij de beslissing genomen? Wat heeft ons geleid?
Vraag naar de authenticiteit: Is de keuze die jullie gemaakt hebben of de beslissing die jullie genomen hebben in overeenstemming met wat jullie belangrijk of waardevol vinden?
Vinden jullie die keuze of beslissing zinvol en betekenisvol, als jullie er vandaag op terugkijken?
Hoe ga je toch spreken over de dimensie van het geloof die het immanente doorbreekt? Vinden we daar de woorden voor?
Formuleer voor jezelf een antwoord op de vraag: ‘Wat is het leven? Wat is de dood? Wat na de dood?’ ‘Hoe zie ik het eeuwig leven?’ Als je in groep bent, kun je je antwoord vertellen aan de anderen.
Blik nu terug op je eigen antwoord. Blik samen terug op de antwoorden die zijn uitgesproken. Klinkt uit de antwoorden geloof? Blijven de antwoorden binnen het zichtbare en het waarneembare? Zijn er elementen in de antwoorden waarin er ruimte is voor het transcendente, elementen die verder reiken dan het zichtbare, het waarneembare en de materie? En kan dit mensen van onze cultuur, jongeren aanspreken?