We moeten zorg dragen voor de aarde. Het is ons gemeenschappelijk huis. Het lijkt evident. En toch… Lees de column van Machteld Reynaert (CCV Hasselt)
Ik weet nog dat in de kamer van mijn grote zus een poster hing van - ik denk - Greenpeace waarop stond: ‘Beter een gat in mijn tand, dan een gat in de ozonlaag’. Dat was mijn eerste bewustmaking om zorg te dragen voor de aarde. Toen, als klein meisje, begreep ik dat nog niet zo goed, want waarom zou je een gat in je tand willen? Dat doet toch alleen maar pijn, en die ozonlaag, ja wat is dat? Die zie je of voel je toch niet? Die pijn voel ik toch niet?
Ik begreep wel dat onze aarde belangrijk was, maar dat mijn – onze – daden van dat moment een invloed hebben op de wereld, en op het kunnen verder leven op deze wereld, daar kon mijn klein hoofdje toen nog niet bij. Dat was in de jaren 90, waarbij er sociologisch kan gesproken worden over de fase van de mondialisering en radicalisering van de milieubewegingen.
Toen was de aandacht voor het klimaat al even op gang. De echte opkomst van het milieubewustzijn en het ontstaan van milieubewegingen zijn immers al van de eind jaren 60, begin jaren 70. Tot daarvoor was er altijd een zekere, maar vooral lauwe interesse in het milieu. De aandacht voor de milieuproblematiek is in deze periode vooral aangewakkerd door verscheidene internationale initiatieven. Het jaar 1970 werd door De Raad van Europa uitgeroepen tot ‘Europees Jaar van het Natuurbehoud’. Hierop kwam er in verscheidene lidstaten ook een officieel antwoord met nationale acties. In België bijvoorbeeld startte de BRT in maart van dat jaar met de ‘Plant een boom’-campagne.
Vanuit verschillende hoeken worden we dus al decennia lang bewust gemaakt dat ecologie een belangrijke kwestie is. Gedurende de jaren is ook het bewustzijn gegroeid dat het ecologisch vraagstuk veel verder reikt dan ‘zorg voor de natuur’. Het heeft een invloed op ons samenleven én behelst ook het sociale en maatschappelijke aspect. De huidige energiecrisis doet de kloof tussen arm en rijk alleen maar toenemen. Want zonnepanelen of een warmtepomp zijn niet voor iedereen weggelegd. Duurzaamheidskeuzes hangen vaak samen met de achtergrond. Woorden als ‘bakfietsouders’ en ‘havermelkelite’ maken dit duidelijk.
Na al die jaren en de vele bewustwordingscampagnes die er zijn, zou je ondertussen toch wel denken dat de zorg voor de aarde een gedeeld goed is. Dat een eco-solidaire samenleving een feit zou moeten zijn. Maar ik denk dat we allemaal wel merken dat we daar nog niet zijn. Meer nog, als je de krant openslaat, dan kan je niet voorbij een artikel dat te maken heeft met dit thema. Gelukkig zijn sommige artikels positief: over woningen met een negatieve EPC-waarde bijvoorbeeld. Maar de meeste artikels zijn negatief. Het gaat dan over hoe vervuilend iets is, ver tegengestelde belangen, over hoe moeilijk het is om een klimaatbeleid te ontwikkelen, over de gevolgen van ons gedrag op de natuur.
Al deze berichten over het klimaat geven me toch wel een onbehagelijk gevoel. Maar eerlijk, meer dan dat gevoel gaat het vaak niet. En soms leeft er bij mij ook nog altijd dat idee dat ik als klein meisje had: het treft mij (nog) niet rechtstreeks, ik voel het (nog) niet en de wereld zal mij en mijn kinderen/kleinkinderen nog wel mee gaan. Maar dan ontdekte ik de podcastreeks ‘klaarwakker’, met drie afleveringen rond de vraag: ‘moet ik me schuldig voelen over het klimaat? En plots leefde die vraag toch ook wel bij mij.
Moet ik me schuldig voelen over de klimaatcrisis? En meer nog: moet ik mij als christen niet nog meer schuldig voelen?
Die aanvulling komt er door onze huidige paus. Ondertussen bijna acht jaargeleden, op 18 juni 2015, schreef paus Franciscus een brief met de titel ‘Laudato Si’, geprezen zijn Gij!’. In deze brief benadrukt hij het belang van zorg te dragen voor de schepping. Hij spoort ons aan om met respect en eerbied om te gaan met de aarde én met de armen. Hij draagt zo de boodschap van het zonnelied van Franciscus van Assisi uit: de aarde is als een zuster met wie we ons leven delen, als een moeder die ons met open armen ontvangt.
Paus Franciscus is misschien wel de eerste paus die het thema ecologie zo uitdrukkelijk op de voorgrond heeft geplaatst. Maar dit betekent niet dat de kerk daarvoor niet met ecologie bezig was. Toen in de jaren 70 het denken in termen van duurzaamheid en zorg voor natuur en milieu en toekomstige generaties opkwam, waren de kerken er als eersten bij. En meer dan in de niet-kerkelijke discussie werd de verbinding gelegd met rechtvaardigheid, ontwikkeling en kwaliteit van leven. In 1983 ging, na een oproep van de Wereldraad van Kerken, het Conciliair proces voor Vrede, Gerechtigheid en Heelheid van schepping van start. Ook in onze Belgische Kerk heeft de aandacht voor de zorg van de schepping al langer een plaats. Zo verkondigden onze Belgische bisschoppen in 2002-2003, tijdens het Jaar van de dienstbaarheid,
"Er is dringend behoefte is aan een groter ethisch bewustzijn en bewogenheid bij alle christenen met betrekking tot de milieucrisis en haar gevolgen op het vlak van economie, mensenrechten en sociale wereldverhoudingen”.
Vanuit deze gedachte hebben de Belgische bisschoppen aan het Netwerk voor Rechtvaardigheid en Vrede de opdracht toevertrouwd om enerzijds een christelijke visie uit te werken rond ecologie en spiritualiteit en anderzijds te zoeken naar wegen om deze visie in praktijk te brengen. Dit betekende de start van Ecokerk (als deelwerking van NRV) in 2005.
Als christen worden we dus zeker en vast geappelleerd om bezig te zijn met het klimaat. Meer nog, als christenen is het misschien zelfs nog belangrijker om zorg te dragen voor de aarde. We zijn immers niet de beheerders van de aarde, maar de rentmeesters. God heeft ons de schepping in bruikleen gegeven. Als gelovige is het onze plicht om verantwoordelijk en zuinig met de aarde om te gaan. In Laudato Si’ nummer 64 schrijft de paus immers:
"christenen realiseren zich dat hun verantwoordelijkheid ten opzichte van de schepping en hun plicht ten opzichte van de natuur en de Schepper, een essentieel onderdeel is van hun geloof."
Laudato Si’ maakt duidelijk dat onze relatie met God ook een ecologische dimensie heeft en nodigt ons in dit licht uit om onze levensstijl serieus te bevragen.
En zo kom ik dan terug op mijn vraag. Moet ik me dan toch schuldig voelen over het klimaat? De podcast heeft me geleerd dat schuldgevoel geen goed gevoel is. Schuldgevoel is een onproductieve emotie, het zet niet aan tot verandering. De podcast leert me dat ik me eerder de vraag moet stellen naar mijn verantwoordelijkheid. Want dat zet wel aan tot actie. Ik moet me niet schuldig voelen over het klimaat, maar ik moet we wel verantwoordelijk voelen voor het klimaat. Ik draag wel een verantwoordelijkheid voor het klimaat. Dit in het besef dat ik het klimaat niet alleen kan redden, anders worden we verpletterd door de verantwoordelijkheid. Maar ik kan wel het verschil maken door kleine dingen te doen. En daar denk ik dat mijn redenering wel klopt. Als christen ben ik misschien vanuit mijn geloof nog meer verantwoordelijk om het kleine verschil te maken, om mijn levensstijl aan te passen en om verbonden met anderen samen het tij te keren.
Machteld Reynaert, CCV Hasselt Deze tekst is uitgesproken als inleiding op de CCV-studiedag 'Zorgen om de aarde. Christenen op weg naar een solidaire samenleving'.