De laatste brief van Broeder Isidoor aan zijn ouders

J. C. P.                                                                                                    Kortrijk, 7 juni 1914.

Zeer lieve Ouders, Broeder en Zuster, 

Met Gods hulp kom ik u enige regels te schrijven hoe het met mij gaat en ook om u in uw verlegenheid door de ziekte van Stephanie te troosten en u moed en vertrouwen in te boezemen in de goddelijke Voorzienigheid. 

Naar gij mij geschreven hebt is haar toestand nog niet veel gebeterd, zulke ziekten kunnen dikwijls lang aanslepen, maar laat ons hopen met Gods gratie dat alles ten beste zal aflopen. Laat ons al te samen de goede God bidden, als het haar zalig is, dat zij gauw de gezondheid moge weerhebben, is het anders dat wij alles mogen aannemen met overgeving aan Gods heilige wil, in vereniging met het heilig en bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. 

Lieve Ouders en Broeder, ondersteunt haar zoveel mogelijk in haar ziekte en last, weest zeer verdraagzaam en toegevend, want ziek zijn is altijd een grote last, en die het ondervonden heeft weet er van te spreken. Troost haar zo wel mogelijk, vooral Moeder zal het haar ten plicht rekenen Stephanie nogmaals zoals vroeger te omringen met een moederlijke liefde en bezorgdheid. Dat zal voor de zieke een verlichting zijn te zien, dat zij verzorgd en omringd wordt met liefde en bezorgdheid. 

Lieve Ouders en Broeder, bedroeft u niet dat ziekte en beproeving in uw midden gekomen zijn, maar onderwerpt u met gelatenheid aan Gods wil. want zeker is het dat het zijn beste vrienden zijn die Onze Lieve Heer het meest beproeft. Vooral Moeder, die zeker wat ongerust is, nopens de toestand van Stephanie, neem alles aan tot Gods meerdere eer en glorie. 

Allerliefste Zuster, terwijl gij ziek zijt en niet kunt uw dagelijkse werken, bezigheden en gebeden verrichten, zoals vroeger, kunt gij niet beter doen dan uw pijnen en lasten aan O. L. Heer op te dragen, in plaats van gebeden en andere goede werken, die gij niet kunt doen ter oorzake van uw ziekte. Stephanie wees zeer geduldig en wil niet klagen, zeg: het komt van O. L. Heer. Het is zo schoon iemand te zien in ziekte, die altijd geduldig is en overgegeven is aan Gods wil. Om u een voorbeeld daarvan te geven, wil ik u iets schrijven, wat ik tegengekomen ben over enige dagen. Vooreerst zal ik zeggen dat ik sedert 3 weken op ronde ben om boter te bedelen. Een beetje een aardige stiel, maar alla, ik ben het nu al gewoon en hoe zwaarder dat de mand is, hoe lichter dat ik naar huis kom. Gij verstaat mij wel. Nu dat is niet alles de mensen hebben mij maar gezien of beginnen te zeggen en te tonen wat kruisen en miseriën ze al hebben in de wereld. De enen hebben het door het slecht gedrag van hun huisgenoten, de anderen door sterfgeval, en dan wat al ziekten en ellende in deze wereld. Zo gingen wij bij een boerke om boter te vragen, wanneer wij binnen waren was daar een oude vrouw van meer dan 80 jaar in een zetel, met twee stokken ging zij van haar bed naar haar zetel, zij hoorde en zag niet goed meer. Daarbij de zoon van 50 jaar die had een ziekte in de ruggegraat gekregen deze winter en ging met moeite met een stok, gebogen tot aan de grond. Hij zegde wacht nog enige minuten, mijn zuster gaat komen, zij is naar de weide om de koeien in te halen. Intussen legde hij uit van zijn ziekte en hoe zij afgelopen was, van zijn oude moeder die daar in de zetel zat, van zijn zuster die voor alles alleen stond, van 't laatste jaar dat door zijn ongeluk hun ondergang geworden was, maar zegt hij 't is al niet, 't is het werk van Onze Lieve Heer en al wat Hij doet, het is wel gedaan. Is dat niet schoon van zulke mensen? Die zullen later na dit arm leven beloond worden. 

Dus van u verwacht ik, dat gij alles zult aannemen als komende van O. L. Heer geheel onderworpen aan zijn heilige wil. 

Ik zal voor u in 't bijzonder bidden en gedenk u alle dagen in de H. Communie. Ook smeek ik de Allerheiligste Maagd Maria, alle dagen dat Zij uw genezing afsmeke bij haar goddelijke Zoon, als het u zalig is. En wanneer gij genezen zijt, moet gij hier met mij in onze grot O. L. Vrouw komen bedanken. Heb maar een groot en onwankelbaar vertrouwen en houd maar goede moed. Ik zend u hierbij een klein prentje met de opoffering van het kostbaar bloed van Onze Heer Jezus Christus, ook een van O. L. Vrouw van onze grot. Ook 3 kleine voor Vader, Moeder en Frans. 

Met dit alles hartelijke groeten aan u allen van uw zoon en broeder in Onze Heer Jezus Christus Broeder Isidoor. 

Wacht niet te lang om de toestand van ons Stef te laten weten alstublieft. 

Dit is de laatste brief van Broeder Isidoor aan zijn familie. Nog ruim twee jaar zal hij leven. Maar weldra wordt Kortrijk oorlogsgebied en is alle briefwisseling van Broeder Isidoor met zijn familie door de bezetter verboden.