Om dit concept een beetje vorm te geven werkte ik, die zaterdag in februari, met een muziekpakket. De vormelingen “gingen” daarbij in een kring zitten. Als de muziek speelde, werd het pakket doorgegeven. Als de muziek stopte, scheurde degene bij wie het pakket aangekomen was één laagje papier af het pakket. Er verscheen dan een opdracht en die opdrachten waren niet altijd gemakkelijk. Op OD is het “gewoon” om activiteiten in groep te volbrengen. Bovendien “gaan” de jongeren in discussie met elkaar. Dat moest ik dan ook zo voorstellen. Het lokaal werd in twee gesplitst door een streep op de grond. Ik las de volgende stelling voor: “Stap over de streep als je het makkelijk vindt om over geloof te praten met je vrienden”. Niemand stapte over de streep. Dan vroeg ik hen waarom ze dat moeilijk vonden. Kinderen antwoordden: “mijn mama vindt dat zever”, “ik schaam me een beetje voor mijn geloof” of “ik ga niet naar de kerk want da’s saai, ik ben ook niet gelovig en praat daar dus ook nooit over”. Ik laat iedereen uitspreken en stel vragen. “Juf”, aarzelt een jongen terwijl de rest al het klaslokaal verlaten heeft, “eigenlijk ben ik stiekem heel benieuwd naar mijn vormsel..”
Na deze workshop, was ik niet echt verrast: ik hoorde door de kinderstemmen heen, de stem van hun ouders en de oorverdovende stem van de media. Dat is logisch. De meesten onder hen zijn immers nog kinderen. Wat ik wel hoopte en nog steeds hoop, is dat al deze kinderen nog veel momenten de kans zullen krijgen om hun ongenoegen over de kerk of nieuwsgierigheid naar het geloof te mogen en te kunnen uiten. Ik hoop dat ze die denkoefening dan ook krijgen in de catechese en –als ze willen- zullen ze die ook zeker krijgen op OD.
Nog opvallend: Ik persoonlijk, groeide op in een katholieke familie. Ik ging naar de zondagsmis omdat het zo hoorde, omdat het een traditie was en ongetwijfeld nog om andere redenen die ik me nu niet meer herinner. Veel van deze vormelingen kennen een totaal andere opvoeding, maar dat betekent niet dat zij –wanneer hun kritisch vermogen geprikkeld wordt- niet kunnen nadenken over zingeving en wat dat kan doen met hun leven. En als ze er even genoeg van hebben: laat ze ”gewoon gaan”. Het geloof was bij mij ook als een boek dat ik uitgelezen had. Het stond in de kast en af en toe nam ik er een kijkje in. Wellicht bleef het soms jarenlang gesloten - ik stond er niet bij stil. Mijn geloof was een afgewerkt verhaal. Tot ik opgroeide en het anders ging bekijken. Ik dacht na en twijfelde. Ik viel en stond weer op. Ik ging op OD en ook op de wereldjongerendagen ontdekte ik nieuwe visies. En nu, nu weet ik dat het geloof geen boek noch e-reader is, geen instituut noch uiterlijk vertoon, nu, op dit moment, ben ik zeer dankbaar voor de kiemen die men mij aanreikte toen ik daar zat, als twaalfjarige in de catechese. Het is wereldwijd een bron van leven, dat geloof. De bron blijft steeds gemeenschappelijk, maar mensen bekijken en begrijpen die met steeds nieuwe ogen. Ook iedere vormeling doet dat. Elke gelovige weet dat geloven een levenslang proces is. Het verhaal is nooit af. Daar ben ik van overtuigd.
Het enige wat ik hieraan nog wil toevoegen is een ‘bedankt’. Bedankt aan mijn ouders en de Lokerse kerkgemeenschap die mij in mijn zoektocht de kiemen aanreikten van het geloof. Bedankt aan de medeleiding van de ontmoetingsdagen voor de vriendschap en voor de fundamentele waarden die ik mocht leren begrijpen en ervaren.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.