Zomaar een dag
‘Wow, moet je dat zien!’, roept Jade van acht. Ze staat met haar neus tegen het raam geplakt.
‘Wat?’, zeg ik, half slaperig en met een ochtendhumeur.
‘Zie je dat dan niet, mama, kijk dan toch!’
In mijn hoofd zit een takenlijst klaar, dus ik moet even omschakelen. Achter de bomenrij in onze tuin komt de zon op. Rode en oranje slierten vermengen zich met blauw en grijs. Een prachtig schilderij, niet door ons besteld en al helemaal gratis. Terwijl ik vol bewondering kijk, komt papa de leefruimte in gesloft. Ook uit bed getrommeld. Stil staan we met z’n drieën voor het raam, voor de ochtenddrukte losbarst.
Misschien fluistert die verwondering, vroeg in de ochtend, wat Pinksteren vurig uitschreeuwt: ‘God-in-ons!'
Hopelijk mogen kinderen dat ook voelen bij hun vormsel: God zomaar ervaren in de kleinste dingen en meteen roepen ‘kijk dan toch!’.
Volwassenen zeggen dat een sacrament een ‘gavekarakter’ en een ‘opgavekarakter’ heeft. Wat je ontvangt, is pure genade: je krijgt gratis het vuur van de Geest, de vreugde van het leven, de sprankel van de hoop, de kracht om door te gaan, de verwondering om het kleine. Je wordt ook aangemoedigd om met die goddelijke levenskracht dichtbij andere mensen te zijn en aan mensen dat enthousiasme door te geven, zelfs op een vroege ochtend...
Kinderen hebben die theorie niet nodig. Die kijken gewoon uit het raam.
Sylvie