We naderen het einde, het lijdensverhaal begint (hoofdstukken 26 en 27). De vertegenwoordigers van de (oude) Wet beramen een plan om Jezus te doden en vinden in Jezus’ midden een verrader. Wanneer Jezus met zijn leerlingen Pascha viert, wordt dit Zijn Laatste Avondmaal. Voor ons is het de oorsprong van de eucharistie. Daarna gaan ze naar Getsemane, waar Hij bidt in diepe angst, maar ook vertrouwen vindt. Jezus wordt gearresteerd en naar de vertegenwoordigers van de (oude) Wet gebracht en overgeleverd aan de vertegenwoordiger van het Romeinse gezag.
Deze levert Jezus over aan het kruis. Jezus wordt bespot, gegeseld en draagt Zijn kruis naar Golgota. Daar weerklinkt de meest menselijke noodkreet: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Matteüs 27, 46). Jezus sterft en Gods bestaan op aarde komt tot een einde. De wereld heeft God verworpen én gedood. Voor Hem was geen plaats in deze wereld en Zijn woorden en daden die hoop gaven op een ander en beter bestaan, werden niet aanvaard. God schonk aan de mens geloof, hoop en liefde, maar ze worden samen met Jezus’ lichaam begraven.
Het zijn de vrouwen uit Zijn groep van volgelingen die wat in het graf werd gelegd, willen koesteren, bewaren en beschermen. Maar bij het graf merken ze dat ze te laat komen, God was hen voor. God laat niets of niemand verloren gaan. Zijn Rijk bestaat. Zijn gaven kunnen door mensenhanden niet vernietigd worden. Deze boodschap vertrouwt Hij toe aan de wereld, ook aan ons. In het laatste en 28ste hoofdstuk wordt duidelijk dat verrijzenis en zending één zijn. Noch de verrijzenis, noch de zending, zijn ons werk. Gods Liefde zal ons altijd vooraf gaan. De mens kan die Liefde niet tegenhouden of evenaren, ze niet bezitten, noch besturen, maar aanvaarden in volle overgave of volledig verwerpen. Liefde dwingt niet.
Soren Kierkegaard schreef in zijn christelijke meditatie Wat de Liefde doet: “Liefde is niet te herkennen aan wat ze zegt, maar aan wat ze doet.” Dit vinden we ook in het Matteüsevangelie: Liefde in actie. De nieuwe Mozes en de nieuwe Wet hebben de oude opgenomen en getransformeerd. Bindende richtlijnen verbleken in het licht van de relatie met Christus, een persoon. Een heel bijzondere relatie, want ze keert ons binnenste buiten en is gekenmerkt door overgave én zelfgave.
In die ontmoeting wordt de liefde tot bron van leven: een weg die niet stopt bij geboden en verboden, maar ons uitnodigt tot een levende navolging. Zo wordt geloof geen theorie, maar een concrete gestalte van liefde die de wereld verandert — stap voor stap, mens tot mens.
Kurt Lannau
Lees hier het eerste deel.
Lees hier het tweede deel
Lees hier het derde deel