Al heel lang vertelt men in Bethlehem
over een vierde koning.
Net als de drie anderen
wilde hij ook de pasgeboren Koning bezoeken.
Maar onderweg deden zoveel arme mensen
een beroep op hem,
dat hij ook zijn geschenken voor de pasgeborene weggaf.
Uiteindelijk durfde hij niet meer naar de pasgeboren Koning te gaan.
Maria zag hem in de verte aankomen. Toen ze hem zag twijfelen, wenkte zij hem.
Hij kwam naar haar toe en zei: ‘Ik wilde het Kind bezoeken, maar ik heb niets meer om het te geven.’
En hij vertelde wat hem onderweg was overkomen.
Toen zei Maria:
‘Weet je, de geschenken die je aan de armen hebt gegeven, heb je eigenlijk al aan Jezus gegeven.’