Beste vriend God,
De zon komt al minder hoog. Ze staat al later op en gaat al vroeger slapen. Wind, regen en vallende bladeren maken de herfst compleet. In dit overgangsseizoen van stralend zomerlicht naar winterse donkerte wordt er in onze kerken nog gedoopt en getrouwd. Wijzelf mochten naar een babyborrel van een neef van mijn Marie. Gezien haar gezondheidstoestand pasten wij voor de feestelijkheid, maar bezorgden wij wel het cadeautje voor de pas gedoopte Maria.
‘t Is fijn, vriend God, dat er in deze minder fraaie tijden nog mensen geloven in de toekomst, want er gebeuren regelmatig onaangename dingen rondom ons en ook ver weg. Zo heeft ons plaatselijk koor plots afscheid moeten nemen van Frans, een gedegen muziekkenner die zowel bij de tenoren als bij de bassen zijn stem lied horen. Moge hij in Uw vrede rusten. De gezondheid kan falen, vriend God, maar ook het geweld kan toeslaan. Het geweld velde Veerle, de dochter van een gerespecteerde dorpsgenoot. Dat zij bij Jou mag thuiskomen. Maar ook in het verre Las Vegas werden mensen zomaar neergemaaid. En hoe moet het verder, vriend God, in Catalonië, in Afrika, in Noord-Korea?
Het stormt steeds weer, vriend God. Het maakt ons soms bang. Uw Zoon gaf ons nochtans de boodschap van “Wees niet bang”, zelfs tijdens de storm op het meer.
Niet bang zijn is rechtop staan en rustig verder leven. Niet bang zijn is bij wind en regen verder stappen zonder opgetrokken schouders maar met ontspannen tred op je doel afgaan. Niet bang zijn is ook onbevreesd de winter met zijn lange koude nachten tegemoet gaan en uitkijken naar de warmte die zich herbergt in onze huizen en de mensen. Niet bang zijn is vertrouwen hebben in Jou, vriend God.
Geef ons een sterk geloof in de toekomst. Leer ons het positieve te benadrukken. Maak ons ‘goede boodschappers’ voor het nageslacht, vriend God, opdat ook zij geloven.
Stormen gaan liggen. Na de winter wordt het weer lente.
Jij laat ons nooit in de steek.
Je vriend,
Jozef de timmerman
Ontdek ook de ander verschenen artikels van "Brief aan God".