Laten we werken aan een stukje hemel op aarde!
Jean-Louis De Vleeschauwer was bijna 40 jaar leerkracht R.-K. godsdienst aan het atheneum van Geraardsbergen. Hij is getrouwd met Benedicte Vandendriessche, lerares muziek, en heeft twee studerende kinderen. Tijdens zijn loopbaan was hij sterk geëngageerd op school, in de Kerk, maar ook daarbuiten. Zo zette hij zich lange tijd in bij de begeleiding van de Zwitsere jeugdkampen van Intersoc en was hij jarenlang actief bij Vredeseilanden in Ronse. Nu hij op pensioen is, kiest Jean-Louis er bewust voor om het rustiger aan te doen en meer tijd door te brengen bij zijn gezin. Doorheen het gesprek wordt het me geleidelijk duidelijk met welke grote algemene kennis van zaken Jean-Louis spreekt en dit zowel op geschiedkundig, religieus als op economisch en actueel vlak.
Wat betekent voor jou het “Onze Vader”?
Mijn godsdienstlessen startte ik altijd met een gebed, vaak een formulegebed zoals het Onze Vader. Dit creëerde onmiddellijk een zekere rust omdat ik op die manier een sacrale dimensie binnenbreng. Ik maakte daarmee direct duidelijk dat de les godsdienst toch van een andere aard is dan een ander (profaan) vak. Het voordeel van een Onze Vader is ook dat de leerlingen het goed kennen en actief kunnen deelnemen.
Door God met “onze Vader” aan te spreken, zijn we broers en zussen van elkaar.
Het Onze Vader kan ook een bijzondere genade zijn op een moment dat we het niet meer weten en woorden tekort schieten bv. bij het overlijden van een ouder van een leerling. We kunnen dan terugvallen op een formulegebed. Om dit te illustreren, liet ik in de klas vaak een filmfragment zien uit de film “Flight 93”, een film over 9/11. Op een bepaald moment vraagt een passagier - alvorens hij samen met medepassagiers de terroristen te lijf wilde gaan - telefonisch aan iemand van het grondpersoneel van de controletoren om samen met hem het Onze Vader te bidden. Een beklijvend moment. Telkens ik dat fragment bekijk, krijg ik een krop in de keel en raakt het me diep, omdat ik weet dat het écht gebeurd is. Het lijkt alsof ik zelf in het toestel zit, letterlijk tussen hemel en aarde, maar ook tussen goed en kwaad, hoop en wanhoop, tussen leven en dood. Bij het bekijken van dit fragment in een klas, kon ik een speld horen vallen, zo stil was het. (Ook ik als interviewer krijg het fragment te zien en ben sterk onder de indruk.)
Bij welke zin sta je het meeste stil en waarom?
Ik wil graag focussen op twee zinnen:
‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’.
Wil dit zeggen dat het op aarde moet worden zoals in de hemel, Utopia zoals Luther zijn werk later zou noemen? Neen, het zal hier nooit zijn zoals in de hemel. Is de aarde dan een tranendal zoals we het bij de boeddhisten vinden? Ook niet. Wat we wél kunnen, is werken aan een stukje hemel op aarde, ieder vanuit zijn eigen roeping en op zijn eigen terrein: de leraar met zijn leerlingen, de dokter met zijn patiënten, ouders met hun kinderen, de verkoper met zijn klanten. Dat is de wil van onze Vader, lees er maar eens de parabel van het mosterzaadje op na. Als leraar kan je dat realiseren door met het vuur van de liefde voor je vak je leerlingen te begeesteren. Een mooi voorbeeld is de priester en dichter Guido Gezelle die veel leerlingen gehad heeft die later ook schrijver of dichter geworden zijn. Wat betreft onderwijs maak ik me soms zorgen voor de gevaren van inperking van de individuele vrijheid van de leraar in het algemeen. Je creativiteit en liefde voor een vak mogen niet beknot worden door overdreven prestaties die moeten behaald worden. Daarmee wek je geen motivatie en interesse bij de leerlingen, dat kan je wel met je eigen enthousiasme voor een bepaald vakgebied.
‘Breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van het kwade’.
Beproeving is de juiste vertaling van het Latijnse ‘tentatio’ (temptation in het Engels, tentation in het Frans). Bekoring associeer ik zelf meer met iets positiefs zoals in ons woord ‘bekoorlijk’, terwijl het juist als een te bestrijden kwaad is bedoeld.Jezus is diegene die door God gezonden is om ons te verlossen, ons te bevrijden. Het gebeurde dat een leerlingen mij vroeg: waarvan moet Jezus ons verlossen, van wat voor kwaad? Volgens mij gaat het hier in essentie om de angst, de existentiële angst om alles te moeten loslaten: ons eigen leven, onze dierbaren, ons leven ‘tout court’. Maar het christendom wil ons geen angstboodschap geven, maar een boodschap van bevrijding, een boodschap van leven en verrijzenis. Daarom wordt onze godsdienst ook de godsdienst van de Hoop genoemd.
Jezus spreekt God aan als Abba Vader. Als je bidt, hoe doe je dat dan? Hoe spreek je God aan of voor wie of wat bid je?
Voor mij is stilte zéér belangrijk. Als ik wil bidden, zoek ik altijd de stilte en de rust op.
Het is in de stilte dat ik de echo van Gods’ woord kan horen.
Bijvoorbeeld als ik in Geraardsbergen les gaf, ging ik regelmatig tussendoor naar de kapel op de Oudenberg (op de ‘muur’). Daar snoof ik dan de kaarsdampen op en kwam ik terug op adem. Ik wandelde dan ook wat in de buurt van de kapel waar ik kon genieten van het prachtige natuurgebied van de Vlaamse Ardennen.Naast het bidden voor persoonlijke intenties of meer algemene intenties zoals wereldvrede, vind ik het ook heel belangrijk om God te danken. Lees er het boek der Psalmen maar op na, daar wordt geklaagd én gedankt. Onderzoek wijst uit dat gelukkige mensen actief de dankbaarheid beoefenen. Daarom is het goed om elke avond stil te staan bij de zegeningen van de dag en God hiervoor te danken.
Is er naast het Onzevader een gebed dat je sterk aanspreekt en dat je wil delen?
Ik hou veel van het boek der Psalmen. Ze brengen op diepmenselijke wijze tot uitdrukking wat mensen ervaren in hun relatie tot God. Dit heeft dit boek een bijzondere status gegeven. Vele schrijvers van het Nieuwe Testament citeren vaak de psalmen en zowel in de joodse als in de christelijke gemeenschap zijn ze door de eeuwen heen zeer geliefd als bron van troost en uiting van geloof en godsvertrouwen. Denk ook maar aan de kloosterlingen die zo vaak de psalmen tijdens de getijden bidden. Psalm 91 gaat over Gods machtige bescherming. Bij Hem ben ik veilig en liefdevol geborgen, zoals een kind in de armen van zijn vader. Er kan mij niets overkomen. Deze psalm wil ik graag met jullie delen:
Wie bescherming zoekt
bij de Allerhoogste,
in de nabijheid
van de Almachtige verblijft,
hij kan zeggen:
U bent mijn schuilplaats, mijn vesting.
Mijn God, ik vertrouw op U.
Want God is het die je ontrukt
aan het net dat wordt gespannen,
aan de pest die dodelijk is.
Hij bedekt je met zijn vleugels,
onder zijn hoede ben je veilig;
zijn trouw is een schild, een pantser.
Dan hoef je niet bang te zijn
voor gevaren ’s nachts
of voor pijlen overdag,
voor de pest die rondsluipt in het duister,
of voor ziekten die toeslaan
op klaarlichte dag.
Al vallen er doden, links en rechts,
bij duizenden en tienduizenden,
jij blijft ongedeerd.
Sla je ogen maar open
je ziet hoe God bestraft
wie zich tegen hem keren.
De Heer is voor jou een schuilplaats,
bij de Allerhoogste vind je onderdak.
Rampen zullen je niet treffen,
geen plaag teistert je huis.
Want hij stuurt je zijn engelen,
ze zullen over je waken,
waar je ook gaat.
Ze zullen je dragen op hun handen,
je zult je aan geen steen stoten.
Brullende leeuwen vertrap je,
giftige slangen vermorzel je.
De Heer zelf zegt:
Omdat hij van mij houdt,
red ik hem; omdat hij me kent,
breng ik hem in veiligheid.
Als hij mij te hulp roept,
antwoord ik hem.
Als hij in het nauw zit,
sta ik hem bij.
Ik zal hem bevrijden
en in ere herstellen.
Een lang leven schenk ik hem,
ik zal hem gelukkig maken.
Ontdek ook de andere getuigenissen over het Onze Vader.