Ooit werden christenen ‘mensen van de weg’ genoemd omdat hun gedachten uiteindelijk niet opgesloten zaten in voorgekauwde systemen omdat zij mensen waren die geen last hadden van vastgelopen gebruiken. Omdat zij het altijd hadden over een droom van een wereld die zij meer en meer wilden realiseren.
Mensen van de weg, onderweg naar het eeuwig Jeruzalem. Soms stappend in de mist, of schuilend in de storm.
Mensen van de weg met dat visioen van vrede, nu reeds brandend in het hart.