De 13e eeuwse St-Margaretakerk, gelegen aan de steenweg Halle-Ninove, is ontstaan uit een slotkapel van het kasteel van Wedergrate. Op 12 juni 1265 gaf de bisschop van Kamerijk aan de kloosterlingen van St-Jacob-op-Koudenberg, die het patronaat over de parochiekerk bezaten, toestemming om de kerk over te brengen van Bevingen naar het dorp. De bouw van St-Margaretakerk verliep in 2 fasen. Meest oorspronkelijk is het koor tot aan het midden van de kerk, met de bidplaats van de dorpsheer. Het tweede gedeelte werd in de 2e helft van de 15e eeuw gebouwd en waarschijnlijk afgewerkt in 1462 ( dit jaartal werd rond 1900 nog afgelezen in een wapen ingemetseld in het traptorentje opgetrokken in het oksel van de westtoren en het schip). Dit traptorentje werd later verbouwd want onder de genoemde wapenschild werd in een zandsteen het jaartal 1564 gegrift.
In 1651 voerde men grondige verbouwingswerken uit die grotendeels gefinancierd( 3000 gulden) werden door de dochter van de toenmalige heer van Wedergrate. Getuige hiervan is de Latijnse inscriptie op en gedenkplaat gemetseld in de zijgevel van de noordelijke zijbeuk. Twintig jaar later werden de drie beuken onder één dak gebracht. In 1743-48 werden er gewelven voorzien en in 1753-1755 werd de laatgotische sacristie vergroot en werden herstellingen uitgevoerd aan de buitenzijde. In 1880 werden de beuken weer voorzien van afzonderlijke daken. Het grotendeels gotische geheel is gebouwd in baksteen met gebruik van zandsteen uit de streek. De kerk is rijkelijk gestoffeerd met voornamelijk 17e- en 18e eeuwse elementen. De kerk bevat een aantal schilderijen het vermelden waard. Achter in de kerk hangt "Prelaat verleent bijstand aan zieken en gevangenen" van "Erasmus Quellier" en op het hoogaltaar prijkt een 17e eeuws schilderij, toegeschreven aan een leerling van Rubens, genaamd "O.-L.-Vrouw overhandigt een scapulier aan Simon Stock". Het orgel, dat in de lente van 1991 werd gerestaureerd, werd in 1834 gebouwd door Ninovieter "Pieter Hubertus Anneessens". Het werd als monument beschermd bij K.B. van 19 augustus 1980. Achter de rechter koorlambrisering werd in de muur een grafplaat gemetst. Blijkens de inscriptie dateert ze van 1596 en bedekte ze het graf van verschillende leden van de familie de Goux, heren van Wedergrate, waartoe Neigem behoorde, die het kasteel van Neigem bewoonden. Tot het begin van onze eeuw lag deze grafsteen in het midden van de kerk. Eerder was er o.a. nog een zerk van de weduwe van "Willem de Goux" (+1552) versierd met een bijzonder fraai gegraveerde en ingekleurde koperen plaat. Deze wordt nu bewaard in het koninklijk museum voor Kunst en Geschiedenis te Brussel. Opmerkelijk is ook de afgesloten nis van waaruit de kasteelheer de dienst ongezien kon bijwonen.
De O.-L.-Vrouwkapel te Bevingen De kapel van Bevingen, het vroegere Mariakerkje of O.-L.-Vrouwekerkje, was oorspronkelijk een volwaardige parochiekerk. Dit is niet zo verwonderlijk daar hier ook vroeger de kern van het dorp lag . Ze werd hoogstwaarschijnlijk gebouwd in opdracht van de heren van Wedergraete in de tweede helft van de 12e eeuw . Op witte donderdag 1258 gaf de heer van Wedergraete het patronaat van dit kerkje aan de kanunniken van St-Jacobs-ten-Coudenberg te Brussel. Van dan af werd dit kerkje door deze kloosterlingen bediend. De heren van Wedergraete, ondertussen verhuisd van hun kasteel te Appelterre naar Neigem, vonden het kerkje te ver van hun slot verwijderd. Daarom lieten ze hun slotkapel door de bisschop als parochiekerk erkennen. In 1265 werd het kerkje van Bevingen voor het eerst vermeld als bedevaartkapel.
Omtrent de geschiedenis van de kapel in volgende eeuwen is zeer weinig bekend. In de brand van het kasteel van Neigem , op 27 september 1901, zijn heel wat documenten verloren gegaan. Het Romaans kruiskerkje was in het midden van de 18e eeuw zo vervallen dat het -met uitzondering van het koortje moest gesloopt worden. Het koortje werd hersteld en het vroegere kruiskerkje was een klein kapelletje geworden. In de tweede helft van de 18e eeuw kon dankzij de milde offergaven van de talrijke bedevaarders de kapel vergroot worden (1793). Vier jaar later echter werd de kapel bij wet gesloten. Pas in 1821 kwam de kapel opnieuw in de belangstelling. Onderhoudswerken werden uitgevoerd en de bedevaarten herleefden. Op het einde van de 19e eeuw werd de kapel echter opnieuw niet meer onderhouden. In 1920 wilde de toenmalige pastoor "E.H. Anciau" de bedevaarten herinrichten en een grondige restauratie laten uitvoeren. In het kader van deze werken werden in 1924 de eerste werken uitgevoerd. Op 60 cm diepte werden toen de grondvesten van het voormalig kruisvormig parochiekerkje teruggevonden. In 1932 werd dan het nieuwe beukje in neo-romaanse stijl bijgevoegd. Op 28 mei 1933 werd de gerestaureerde kapel plechtig ingewijd. De landelijke bedevaartkapel van Bevingen, bekroond met zijn sierlijk torentje is schilderachtig ingeplant op een heuvel en omgeven door zilverberken, beuken en populieren. Gelegen aan de rand van het Neigembos nodigt ze menig natuurliefhebber uit tot mooie wandelingen in deze bosrijke omgeving.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.