In het uitstalraam van de winkel, zei een kopje: ‘Ik zag er vroeger helemaal anders uit. Eerst was ik alleen klei. De meester kwam en kneedde mij zolang tot ik zei: “Stop.” Maar hij glimlachte en zei: “Nog niet.” Toen nam hij me op en legde me op een wiel. Hij draaide en draaide tot ik duizelig werd en riep: “Stop!” Maar de meester bekeek me en zei: “Nog niet.” Toen zette hij me in de oven.Het werd ongelooflijk heet. Ik dacht dat ik dood zou gaan en riep “Stop!” Maar de meester bekeek me en zei:“Nog niet.” Toen nam hij mij uit de oven, en gaf me kleur. Ik werd er ziek van en riep: “Stop!” Maar de meester glimlachte, bekeek me en zei: “Nog niet.” Hij nam me voorzichtig op, en ging terug naar de oven. Ik riep: “Stop! Niet nog eens!” Maar hij maakte de oven nog heter dan voordien. Toen ik dacht dat ik dood was, nam de meester me heel voorzichtig uit de oven en vroeg: “Wil jij jezelf eens zien?” Hij liet me kijken in een spiegel. “Dat ben ik niet! Ik ben maar een klomp klei!” “Toch wel, dat ben jij! Een mooi kopje! Het was een pijnlijke weg om te gaan maar ik heb dit van in het begin gewild.” Toen zei ik: “Meester, vergeef me, ik dacht dat je me alleen pijn wilde doen.”