* ECHO UIT DE GEVANGENIS
Als ik zijn cel binnenkom, dan straalt hij: “Nu gaat het vlug gaan.” Volgende week komt hij vrij, na meer dan 15 jaar. Hij had geholpen bij ‘de feiten’. “Maar ik ga niemand meer helpen”, ik geloof hem in zijn goede bedoelingen.
Hij heeft zelf beslist ‘einde straf te gaan’. Dit betekent dat hij geen voorwaarden opgelegd krijgt, zoals een regioverbod, maar ook dat hij geen recht heeft op begeleiding, zodra hij vrij is. Hoeveel keren ik hem op het hart gedrukt heb, van hulp te vragen als hij dat nodig gaat hebben. Ik kan het niet meer tellen. Ik geef hem wat voorbeelden: de huisarts, de apotheker, de sociaal werker van het ziekenfonds, … Een netwerk zouden wij dat noemen, dat woord is echter nooit tot in zijn cel binnen gekomen. Hij luistert dan wel, maar het dringt niet helemaal door. “Eerst vrij zijn, dan zien we wel.”
Om de twee weken bezoek ik hem. En telkens is hij blij als ik binnenkom. Hij heeft zijn vaste routines: eten, radio luisteren en vooral slapen. Een Dag Allemaal neemt hij gretig aan. Zijn moeder is gestorven, hij had er een goede band mee. Pas toen ze al gestorven was, heeft hij haar mogen bezoeken in het mortuarium. Niet toen ze ziek was, niet naar de begrafenis achteraf. Hij is er nog heel kwaad om. Als protest wil hij aan niks meer meewerken. Hij blijft in zijn cel, gaat nooit wandelen. Hij kijkt ook nooit televisie, krijgt nooit bezoek. Hij leeft sober, eigenlijk in armoede. In zijn cel is er geen muziekinstallatie, geen microgolfoven, geen koffiezet,… Kunt ge het u voorstellen? Meer dan 15 jaar lang. En toch blijft hij vaardig in communicatie, en verbitterd is hij niet. Het zijn aangename contacten, telkens word ik goed ontvangen.
Ik weet dat hij op woensdag gaat vrijkomen, en daarom ga ik daags voordien nog bij hem langs.
Het raakt me hem te zien, blij, vol hoop, vol verwachting, eindelijk… In zijn blik lees ik eenvoud en dankbaarheid. En hij gaf me de kans om jaren zijn aalmoezenier te zijn. Het waren nooit heel diepgaande gesprekken, over geloof hebben we nooit gesproken, toch niet expliciet. Waarover dan wel? Over de verschillende manieren om te stropen bijvoorbeeld.
Ondertussen is hij vrij, nu is het aan hem, aan mij om hem los te laten en vertrouwen te geven. De juiste afstand. Ik ga hem deze week een kort briefje schrijven.