Het begint met een zaadje of een twijg.
Het wordt een reusachtige boom.
Alle vogels nestelen zich in de boom.
Alle vogels - staat er in het evangelie -
vogels van allerlei gevederte,
van diverse pluimage:
mussen en mezen,
inheemsen en trekvogels,
het duivengezinnetje
en de koekoek die zijn ei in andermans nest legt.
Ook de solovlieger
en de vleugellammen vinden er een plekje.
Zo is het Rijk Gods.
Zo kan onze wereld zijn voor alle vogels.