Op de zondag na Kerstmis vieren we het feest van de heilige Familie, het gezin van Jezus, Maria en Jozef. Dit feest is nog niet zo oud.
Paus Leo XIII gaf vanaf 1893 het feest als mogelijkheid op de derde zondag na Driekoningen. In 1920 voerde Benedictus XV het feest voor de gehele Kerk in, maar nu op de eerste zondag na Driekoningen – dichter bij Kerstmis. Vanaf 1969, na de liturgische hervormingen van het Tweede Vaticaanse Concilie, vindt het feest plaats op de zondag onder het Kerstoctaaf. Valt 28 december op een zondag, dan maakt het feest van Onnozele Kinderen plaats voor dat van de Heilige Familie. Wanneer Kerstmis op een zondag valt, wordt het feest echter op 30 december gevierd, dit omdat de zondag na Kerstmis in dat geval op 1 januari valt, de dag van het hoogfeest van Maria Moeder Gods. De heilige Familie wordt in de liturgie 'het gezin van Nazareth' genoemd. Eigenlijk vinden we in de Bijbel niet zoveel terug over dit gezin.
Naast het verhaal van Jezus’ geboorte in Bethlehem, vinden we de heilige Familie nog driemaal terug. In het Matteüs-evangelie ( Mt.2,13-15,19-23) vlucht de heilige Familie na de geboorte in Bethlehem naar Egypte, omdat Herodes het op het Kerstkind gemunt heeft. Na Herodes' dood keert het gezin naar Juda terug. Daar krijgt Herodes' zoon Archelaüs echter de macht, waarop Jozef besloot uit te wijken naar Galilea in het noorden omdat hij het in Juda nog niet veilig acht. Het gezin vestigt zich in Nazareth. In het B-jaar lezen we in het Lucasevangelie (Lc.2, 22-40) de opdracht van Jezus in de tempel, volgens de wet van Mozes.
Volgens hetzelfde evangelie was Nazareth de stad van Jozef. Daar groeide het Kerstkind op,' nam toe in krachten, werd vervuld van wijsheid en de genade Gods rustte op Hem', schrijft Lucas. Op twaalfjarige leeftijd bleef Jezus in de tempel van Jeruzalem na het paasfeest. Deze evangelietekst (Lc. 2, 41-52) horen we in het C-jaar.
De christelijke leer beschouwt het gezin als de hoeksteen van de samenleving. De Heilige Familie staat model voor het christelijk huisgezin. Doel van het gezin is God te dienen en voor elkaar te leven, aldus het liturgisch gebed op het feest van de Heilige Familie. Maar hoe komt dat over in onze tijd, met gebroken gezinnen, met verscheidene gezinsvormen, …?
Kerstmis maakt ons duidelijk dat God mensen nodig heeft om zijn Zoon mens te laten worden.Jezus heeft Maria en Jozef nodig als kind, om op te groeien in een warm en zorgend gezin, zoals elk kind dat geboren wordt. Maria en Jozef hadden zelf ook Jezus nodig. Zonder Hem zou de heilige Familie niet bestaan. Maria en Jozef zijn een voorbeeld in hun zorg, hun aandacht voor Jezus.
Zij redden Hem van de wreedheid van Herodes, zij helpen hem opgroeien, zoeken Hem als Hij is zoek geraakt. Ze luisteren naar Hem wanneer Hij met gezag tot hen spreekt: ‘… Wist je dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Zij leren hem los te laten, zijn eigen weg te gaan als Zoon van God en Mensenzoon.
Het thema van de Heilige Familie is in de kunstgeschiedenis een steeds terugkerend thema. Meestal worden Jezus, Maria en Jozef afgebeeld tegen de achtergrond van Jezus' geboorte, de aanbidding der koningen of de vlucht naar Egypte.
Verschillende kerken, congregaties en scholen zijn toegewijd aan de heilige Familie, ook in Brussel. De bekendste kerk wellicht staat in Barcelona: de Sagrada Familia van de architect Gaudi. Ze zal wel volop in de beangstelling staan in 2025, niet alleen een Heilig jaar, ook een Gaudi-jaar.
Zondag 29 december vieren we in de kerk van de Heilige Familie in Woluwe het patroonsfeest met de verschiilende gemeenschappen: Franstalige, Syrisch-Katholieke en Nederlandstalige. U bent van harte welkom.
Pastor Chris
Met Kerstmis ben je familie van Mij geworden – zegt God –
omdat Ik in jou mens werd en omdat mijn liefde door jou handen en voeten kreeg.
Graag wil Ik jouw vader zijn en zorg voor je dragen.
Ik wil met je gaan op je levensweg, waarheen die weg je ook voert.
Hopelijk durf je Mij te vertrouwen en jouw hand in mijn hand leggen,
om samen aan een nieuwe toekomst van hoop, geloof en liefde te werken.
Jij bent mijn kind, van wie Ik zielsveel hou.
Ik geloof in je, omdat Ik je het leven heb gegeven.
Geloof jij ook in Mij!
Het zal je gelukkig maken.
Erwin Roosen (bij het evangelie van zondag)