Sacramentsdag in de liturgische jaren
De lezingen van het A-, B- en C-jaar laten telkens een ander facet oplichten van dat liefdesmysterie, dat zichtbaar wordt in de tekenen van brood en wijn. We schetsen ze even in hun samenhang.
- Het A-jaar legt de klemtoon op de intieme verbondenheid met Jezus als degene die werkelijk léven geeft, en dat leven is Hijzélf. Jezus geeft niet zomaar, Hij geeft zichzelf. Hijzélf is de gave, het levende brood, Gever en gave zijn één: “Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid.” (Joh 6).
- Het B-jaar stelt de instelling van de eucharistie en van het nieuwe verbond centraal. Jezus geeft zichzelf in brood en wijn: “Dit is mijn lichaam (…). Dit is mijn bloed van het Nieuwe Verbond” (Mc 14). Jezus is middelaar van een nieuw en definitief verbond tussen God en mens. Wie zijn vlees eet en zijn bloed drinkt, wordt er deelgenoot van.
- De lezingen van het C-jaar laten ons verstaan dat waar men Jezus ontvangt in brood en wijn, gemeenschap gesticht wordt. Er heerst gastvrijheid en niemand komt iets tekort: ‘Allen aten tot ze verzadigd waren…’ (Lc 9).
Hoe vandaag Sacramentsdag vieren?
Omwille van de link met de viering van het laatste Avondmaal op Witte Donderdag, vieren we Sacramentsdag op een donderdag. In parochies waar op donderdag geen eucharistie kan gevierd worden, kan men het feest naar de eerstkomende zondag verplaatsen. Op sommige plaatsen wordt het feest én op donderdag, én op de (eerstvolgende) zondag gevierd – vaak omdat er op zondag een sacramentsprocessie uitgaat.
Wanneer men Sacramentsdag op donderdag viert maar er geen mogelijkheid is om eucharistie te vieren, kan men een moment van eucharistische aanbidding voorzien. Al dan niet in combinatie met het getijdengebed. Men kan de kerk eventueel gedurende een langere tijdspanne openhouden voor de eucharistische aanbidding, bijvoorbeeld in de namiddag. Aansluitend volgt dan het Lof. Men kan de aanbidding ook aansluitend op de vespers organiseren.
In een aantal steden en dorpen gaat – in normale omstandigheden – de sacramentsprocessie uit. Deze is in zekere zin een verlengstuk van de eucharistieviering: in de viering consacreert men een afzonderlijke hostie, en plaatst men deze na de uitreiking van de communie in een monstrans. De processie vertrekt onmiddellijk na de communie en de stille dankzegging. De zegen valt hier dus niet aan het einde van de eucharistieviering, maar wanneer de processie terugkeert naar de kerk (De zegen wordt ook gegeven met het Sacrament). Daarmee wordt meteen duidelijk dat de zegen het plechtige slot vormt van de hele viering, en niet alleen van de processie. De processie is met andere woorden geen losstaand ritueel.
In verschillende landen, waaronder (delen van) Duitsland, Oostenrijk, Italië, Vaticaanstad, Zwitserland, Spanje, Polen, Portugal en Brazilië is Sacramentsdag een officiële feestdag. Maar ook zonder verlof kunnen we deze feestdag samen met velen in gebed en samenhorigheid vieren!