Bij de stichting, nu 65 jaar geleden, was de eerste gedachte van pastoor Meyer Onze-Lieve-Vrouw als patrones te kiezen, of Sint-Jan Baptist als patroon. Vanuit het aartsbisdom Mechelen en vooral door de vicaris hulpbisschop mgr. Schoenmaeckers werd de in 1954 heilig verklaarde Pius X naar voren geschoven. En dat was nog zo geen slechte keuze voor onze parochie.
Pius X werd in 1834 in een klein dorpje in Noord-Italië geboren als Giuseppe Sarto (dat verklaart de namen van de vroegere verbruikszaal naast de kerk, en de huidige parochiale ontmoetingsruimte achter de kerk). Sommigen onder ons hebben weet van zijn eenvoudige afkomst door de sprekende titel van zijn destijds zeer populaire biografie Van boerenjongen tot paus (door C. Vervoort, 1935). Hij is een van de weinige pausen die alle stadia van een priestercarrière doorliepen, van kapelaan over pastoor, bischop en aartsbisschop tot paus, en overal werd hij om zijn inzet hooggeschat. Hij was aartsbisschop en kardinaal-patriarch van Venetië toen zijn voorganger paus Leo XIII hem leerde kennen en waarderen. In die functie ijverde hij al voor een aangepaste catechese en een veelvuldige communie in een tijd dat de gelovigen heel weinig, dikwijls maar eenmaal per jaar rond Pasen, communiceerden.
Nogal onverwacht werd hij in 1903 tot paus verkozen. Het conclaaf was niet zonder politieke strubbelingen verlopen vanwege inmening van de Oostenrijkse keizer, maar toen de keuze op hem viel, had Sarto toch de moed om de opdracht te aanvaarden. Hij kwam op de stoel van Petrus op een moment dat de kerk, volgens meerdere theologen en actieve gelovigen, een inhaalbeweging moest maken om de kerkleer en de Bijbeluitleg in overeenstemming te brengen met de wetenschappelijke bevindingen. Er was veel behoudsgezindheid in de Vaticaaanse kringen - niets nieuws onder de zon dus. De pastoraal ingestelde paus Pius X, die geen specialist in theologie was, vreesde bovendien, vanuit zijn lange ervaring, dat voortvarende vernieuwingen de niet-begrijpende eenvoudige gelovigen zouden afschrikken. Daarom liet hij de Romeinse curie streng optreden tegen alles wat van de traditionele opvattingen afweek. Zo werden in die tijd verschillende modernistische theologen monddood gemaakt, al zouden hun ideeën vijftig jaar later de basis vormen van de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie. Op rationeel-wetenschappelijk gebied was Pius X dus geen voorloper; zijn eigen strakke behoudingsgezinde optreden drukte op hem en hij klaagde over zijn isolement.
Mogelijk als tegengewicht tegen die problemen besteedde hij veel aandacht aan de godsdienstige gevoelens die hijzelf als gevoelsmens sterk ervoer. Hij steunde de liturgisten die de al eeuwenlang verstartde liturgie wilden hervormen om ze dichter bij de beleving van de gelovigen te brengen. Met zijn goedkeuring van de vernieuwing van de kerkmuziek door het herstel van het gregoriaans, en met zijn aansporing van de gelovigen om actiever deel te nemen aan het eucharistisch leven, legde hij de basis van de vernieuwde liturgie van Vaticanum II waarvan wij nu kunnen genieten. Hij steunde de zoekende liturgisten van zijn tijd. Vooral in die liturgie begon men in te zien hoe belangrijk de plaats van de eucharistie wel is. Dat men niet alles rationeel moet begrijpen in het godsdienstig leven, maar dat dat men het eerder moet ervaren, maakte de paus duidelijk door de veelvuldige communie aan te moedigen - in onze gewesten droegen de Bonden van het Heilig Hart die boodschap uit, zoals de oudere generaties nog weten. In 1910 vervroegde de paus de eerste communie tot het moment waarop kinderen het onderscheid tussen gewoon brood en het eucharistich brood konden maken.
Toen hij stierf op 20 augustus 1914, enkele dagen na het uitbreken van de Eeerste Wereldoorlog, was zijn werk zeker nog niet af, maar hij had toch reeds een richting aan gegeven die het Tweede Vaticaans Concilie in rustiger tijden verder kon volgen.
Elke heiligverklaring begint bij een groep gelovigen die dit proces op gang brengen. In het geval van paus Pius X kwam de aanzet tot de heiligverklaring uit behoudsgezinde hoek: in de jaren 1950 vreesden heel wat mensen voor vernieuwing in de kerk, een vrees die later met het concilie bewaarheid zou worden. Zij beriepen zich op Pius X die in zijn tijd het modernisme had afgeremd. Dat zij tijdens het concilie en ook vandaag nog de naam van paus Pius X gebruiken om tegen kerkvernieuwing in te gaan, is historisch begrijpelijk. Daarnaast echter kunnen wij parochianen van de H. Pius X-parochie zijn naam in ere houden door de eenvoud en vriendelijkheid na te volgen die hij heel zijn leven tot in het hoogste kerkelijke ambt beoefende, en door in zijn voetspoor verrijkende inzichten over liturgie en eucharistie ter harte te nemen.
Rik Corens, uit: '50 jaar H. Pius X-parochie Wilrijk', © H. Pius X-parochiegemeenschap Wilrijk